P3 KT1 Doelstellingen

• Kerntaak 1
• MBO
• Studiejaar 1

Trainen en gezondheid

Kerntaak 1

Periode 3

• Doelstellingen; de 4 eisen 
• Kwalitatieve eis
• Kwantitatieve eis 

Inhoud

• Je weet aan welke 4 eisen een concrete doelstelling moet voldoen.
• Je weet wat het verschil is tussen een kwantitatieve eis en een kwalitatieve eis.

Doel van de les

Doelstelling

• Iets wat je wilt bereiken met je les/ training.
• Doel behaald? Begin- en eindsituatie kunnen benoemen.
• Van niet kunnen naar wel kunnen.

Doelstelling

Je doelstelling heeft invloed op:

• de lesopbouw
• de organisatie
• de bewegingsvormen
• de didactische werkvormen.

Soorten doelstelling

Kwantitatieve eis

• Bij de omschrijving van een kwantitatieve eis staat niet de beweging centraal, maar het resultaat van de beweging.
  Dingen die je uit kunt drukken in een getal, die je kunt meten.

De deelnemers kunnen een duurloop van tien kilometer over een sterk wisselend parcours binnen veertig minuten lopen, waarbij de hartslag niet beneden de 160 slagen komt.

Meetbaar

Kwalitatieve eis

• Het gaat niet om de hoeveelheid/ het scoren, maar om hoe de beweging er uit ziet. 
  
  De deelnemers kunnen de wreeftrap als voorzet uit voeren, waarbij het standbeen telkens goed naast de bal wordt geplaatst.

Hoe goed of mooi is de beweging uitgevoerd

Bij je examen

En nu?