3. Examentraining Tekenen

Examentraining Tekenen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Examentraining Tekenen

Slide 1 - Tekstslide

  1.  Inhoud van het examen
  2. Voorbereiding
  3. Examenvragen
  4. Hulpmiddelen
  5. Extra informatie 

Slide 2 - Tekstslide

1. Inhoud van het examen
Thema: Te Gek!
  1.  Uitzonderlijke gebouwen en bijzondere vormgeving
  2. Kunst die de beschouwer wil laten twijfelen aan zijn waarneming.
  3. Kunst die de beschouwer wil wijzen op de eigenaardige kanten van het dagelijks leven

Slide 3 - Tekstslide

1. Inhoud van het examen
Vraagstukken:
  1.  Waarom en hoe kunstenaars met bijzondere/vernieuwende materialen werken.
  2. Waarom en hoe kunstenaars de toeschouwer op het verkeerde been zetten: ontwerpen of voorstelling zijn zo gemaakt dat de beschouwer onder de indruk raakt of niet weet wat hij ziet/meemaakt 
  3. Kunst waarin het dagelijks leven op een bijzondere manier onder de aandacht wordt gebracht, als onderwerp van een manier van leven.


Slide 4 - Tekstslide

1. Inhoud van het examen
Onderwerpen examen:
  1.  Romaans tot heden (voor zover relevant voor de kunst van de 19e, 20e en 21e eeuw)
  2. Nadruk op Kunst, architectuur en vormgeving vanaf Neo-classicisme 1760 (1800 tot heden)
  3. Barok van vóór 1800 (1600-1720)

Slide 5 - Tekstslide

2. Voorbereiding
  •  Maak een samenvatting van de onderwerpen die in het examen komen
  • Deze samenvatting leren
  • Beeldanalyse weten toe te passen
  • Beeldende begrippen kennen en begrijpen
  • Examens oefenen
  • Ga na wat je nog niet goed kunt of kent, zo kun je gericht oefenen en leren.


Slide 6 - Tekstslide

3. Examenvragen
  • Lees de vraag goed en neem de tijd om te lezen. Ga na wat de kern is van de vraag en markeer eventueel belangrijke begrippen in de vraag.
  • Herhaal in je antwoord de vraag. Op deze manier is het duidelijk waar je antwoord op gaat geven voor jezelf én de docent.
Bijv: Geef twee verklaringen waarom beweging juist in deze tijd in de belangstelling kwam bij beeldend kunstenaars.
Antwoord:
Beweging kwam juist in deze tijd in de belangstelling te staan omdat…

Slide 7 - Tekstslide

3. Examenvragen
  • Vaak moet je meer dan 1 antwoord geven of bestaat een vraag uit een samenstelling van vragen. Zet punten neer om het overzichtelijk te maken en er voor te zorgen dat je niks vergeet te beantwoorden. 
Bijv: Geef twee verklaringen waarom beweging juist in deze tijd in de belangstelling kwam bij beeldend kunstenaars.
Antwoord:
Beweging kwam juist in deze tijd in de belangstelling te staan omdat 
- Deze beeldend kunstenaars geïnteresseerd waren in een nieuwe kunst voor de toekomst en beweging wordt geassocieerd met vooruitgang
- En doordat sinds eind negentiende eeuw beweging in fotografie en film kon worden vastgelegd, konden kunstenaars beweging op een nieuwe manier bestuderen en gebruiken

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen
- Wat is de kern?
- Herhaal de vraag
- Meer dan 1 antwoord,
zet punten


Slide 9 - Tekstslide

Oefenen
- De vitriviusman geeft ideale maatverhoudingen weer die aan de basis liggen voor goede kunst en architectuur.
- Dit is te zien aan de mens die qua afmetingen precies past in de geometrische figuren.

Slide 10 - Tekstslide

3. Examenvragen
  • Antwoord op een dusdanige manier dat je ervan uitgaat dat de lezer (docent) de afbeelding niet ziet. 
Bijv: Je hebt het over een complementair kleurcontrast, waar zie je het terug in het schilderij.
Antwoord:
De oranje hoed van de persoon links in het schilderij steekt goed af tegen de blauwe achtergrond van de lucht.


Slide 11 - Tekstslide

3. Examenvragen
  • Ga na of er wordt gevraagd naar kennis of dat er wordt gevraagd om jouw kennis toe te passen.
  • Ga goed na of er wordt gevraagd naar voorstelling, vormgeving en functie. *Zie Beeldanalyse Formulier
  • Maak in je antwoorden gebruik van de beeldende begrippen, denk aan vorm, compositie, kleur, licht, ruimte, materiaal en techniek.

Slide 12 - Tekstslide

3. Examenvragen
  • Moet je je mening geven, zorg dan dat deze altijd beargumenteerd is.
  • Benoem in je antwoord wat je wel ziet, niét wat je niet ziet.
  • Schrijf altijd iets op, wie weet is het gewoon goed!

Slide 13 - Tekstslide

4. Hulpmiddelen
  • Schrijfmateriaal
  • Tekenpotlood/ puntenslijper, gum
  • Blauw en rood potlood
  • markeerstift
  • Liniaal, Geodriek
  • Passer
  • Nietmachine
  • Rekenmachine
  • Nederlands woordenboek

Slide 14 - Tekstslide

5. Extra Informatie
Het examen vindt plaats op 23-05-2022 09:00-11:30

Slide 15 - Tekstslide