Nederlands H2 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Nederlands H2 Lezen

Gemaakt door Thijmen, Niels, Mika, Mirte en Myrthe.

Verbanden en signaalwoorden

Signaalwoorden helpen je om een verband in de tekst te vinden. 

Verschillende tekstverbanden:

Opsomming of (tijds)volgorde:
eerst, ten eerste, ten tweede, ten slotte, om te beginnen, ook, en, daarna, tevens, vervolgens, bovendien.

Tegenstelling:

maar, echter, toch, hoewel, daarentegen.

oorzaak-gevolg:

doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is.

algemene uitspraak-voorbeeld:

zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere

voorwaarde:

als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij.

reden (argument):

want, omdat, namelijk, immers.

conclusie:

dus, concluderend, dat betekent, kortom

Welke signaalwoorden horen bij een opsomming?

1. maar, echter, toch, hoewel en daarentegen
2. als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij
3. eerst, ten eerste, om te beginnen, ook, daarna
4. zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstelling?

Welke signaalwoorden horen bij oorzaak-gevolg?

1. doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
2. maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
3. zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
4. want, omdat, namelijk, immers

Welke signaalwoorden horen bij algemene uitspraak-voorbeeld?

Welke signaalwoorden horen bij een voorwaarde?

Welke signaalwoorden horen bij een conclusie?

1. doordat, daardoor
2. dus, dat betekent, kortom
3. ten slotte, bovendien, daarna
4. als, indien, in het geval dat

Welke signaalwoorden horen bij een reden?

Bedankt voor het luisteren!
Wat vonden jullie van deze les?