1 Oriënterend lezen: voor je met het echte lezen begint, verken je de tekst. Je wilt het onderwerp van de tekst te bepalen. (je leest: titel, eerste zinnen, tussenkopjes, laatste zinnen, anders gedrukte woorden, illustraties, bronvermelding.)
2 Grondig lezen: je leest een tekst die je wilt begrijpen aandachtig en helemaal door. Je kan dan de hoofdgedachte van de tekst benoemen.
3 Zoekend lezen: je leest niet de hele tekst, maar zoekt gericht alleen informatie die je nodig hebt.