H15 De late volwassenheid HWE

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Psychologie & SociologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waaraan denken jullie als je denkt aan oudere mensen?

Slide 2 - Woordweb

1 Oud worden p.225
  • Stereotype beeld? 
  • Daarom zijn veel mensen er bang voor.
  • Niet allemaal hetzelfde, elke oudere is anders.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Inleiding (filmpje doorpoelen tot 1')

Slide 6 - Tekstslide

1 Oud worden p.228
Late volwassenheid wordt opgesplitst:
  • Vroege ouderdom: 60à65 - 75à80j, meestal zijn deze mensen nog zelfstandig en actief
  • Hoge ouderdom: vanaf 75à80j, de zorgbehoefte wordt meestal groter
  • Veroudering = individueel verschillend, verbeterde gezondheidszorg zorgt voor minder achteruitgang en hulpbehoevendheid.

Slide 7 - Tekstslide

1 Oud worden p.228
Opgelet!
Wij focussen in onze cursus op normale veroudering. Er zijn veel individuele verschillen en dus ook de meer uitgesproken beelden van achteruitgang (o.a. dementie, ziekte van Parkinson...).

Slide 8 - Tekstslide

2 Fysieke ontwikkeling p.228
  • Vertraging/achteruitgang van verschillende systemen in het lichaam met gevolgen op verschillende gebieden (bv. zicht/gehoor, botontkalking, bemoeilijkte stoelgang...).
  • Veranderingen in de motoriek (minder kracht/lenigheid, pijnlijke gewrichten, minder evenwicht -> meer vallen, vertraagde reactiesnelheid
  • Negatieve vicieuze cirkel mogelijk (use it or lose it-pricipe, zowel fysiek als cognitief!)

Slide 9 - Tekstslide

3 Cognitieve veroudering p.229
  • Vertraging in het denken 
  • Verminderd geheugen (vooral opslaan van nieuwe info)
  •  Geen heel uitgesproken verschil
  • Verschil ouderdomsvergeetachtigheid en dementie!
  • Voordelen: feitenkennis, verbanden leggen, probleemoplossend denken en beoordelingsvermogen - WIJSHEID

Slide 10 - Tekstslide

4 Socio-emotionele ontwikkeling p. 231
  • Positiviteitseffect: emoties beter beheersen en focus op positieve informatie -> hierdoor zijn de meeste ouderen gelukkig
  • Toch ook vaak negatieve emoties... 
  • Oef. 5 p. 231-232: Lees de casus en vul de bijhorende vragen in.
  • Hoe komt het dat Julien en Leona minder sociale contacten hebben?

Slide 11 - Tekstslide

4 Socio-emotionele ontwikkeling p. 231
  • Een gevoel van afhankelijkheid: beroep doen op anderen, negatief gevolg voor zelfbeeld en zelfwaardering
  • Veranderingen in de relatie met gezinsleden en familieleden: rolwisselingen bij partner en kinderen, brengt emotionele belasting
  • Verlieservaringen en rouw: (lichamelijke) mogelijkheden, personen, woonst...
  • Vaak voorkomend op deze leeftijd: depressie

Slide 12 - Tekstslide

4 Socio-emotionele ontwikkeling p. 233
  • Erikson: integriteit <-> wanhoop
  • Vaak voorkomend: eenzaamheid (30%)
  • Kan de oudere tevreden terugblikken op het leven?

Slide 13 - Tekstslide

4 Socio-emotionele ontwikkeling p. 233
  • Integriteit: tevreden en voldoening over voorbije leven, aanvaardt achteruitgang en naderende einde, genieten, geslaagd in vorige fases van het leven -> wijsheid en mildheid
  • Wanhoop: gevoel dat leven mislukt is, geen eigen identiteit kunnen vasthouden, besef niet opnieuw te kunnen beginnen -> angst voor achteruitgang en de dood
  • Oef. 6 p. 233 (zie volgende slide voor oplossing)

Slide 14 - Tekstslide

4 Socio-emotionele ontwikkeling p. 233

Slide 15 - Tekstslide