fictie

fictie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

fictie

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdpersoon in een verhaal

-De belangrijkste persoon;
-karaktereigenschappen,
  uiterlijk , vrienden, familie;
-heeft een doel, probleem of
 opdracht;
-ondervindt vaak hobbels op de weg bij bereiken doel

Bijfiguren in een verhaal

- Minder belangrijk persoon;
- je weet er minder van;
- is vaak de helper of tegen-
  stander van de hoofdpersoon

Slide 2 - Tekstslide

De hoofdpersoon....
...heeft een doel: hij wil iets bereiken,
...heeft een helper, deze helpt om dit doel te bereiken,
...heeft een tegenstander, deze maakt het de hoofdpersoon
   moeilijk, werkt tegen bij het bereiken van het doel.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht:
Je krijgt een fragment uit de James Bondfilm 'Skyfall' te zien.

Je noteert de manier(en) waarop James Bond wordt tegengewerkt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Lezen:
Blz. 22 'Kilometers zonlicht'

Slide 6 - Tekstslide

Vertelperspectief
Wanneer je een verhaal leest, bekijk je alles vanuit een bepaalde persoon. Dat noem je vertelperspectief.

-Ik perspectief: alles wordt verteld door de persoon in de ik-vorm.
-Hij/zij perspectief: alles wordt verteld door de persoon in de
  hij/zij vorm.

Slide 7 - Tekstslide

(Niet)realistische verhalen       
Is het verhaal ongeloofwaardig? Of juist heel geloofwaardig?

|_________________________|_______________________|
totaal niet realistisch             een beetje                     heel realistisch

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Blz. 21/22 opdracht 10 a t/m g

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Blz. 25 maken opdracht 11

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag:
Maken: blz. 18 opdracht 7a.

Slide 11 - Tekstslide

Vandaag:
Lezen kort verhaal 'Een ongelukkig tijdstip'

Slide 12 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-Elk groepje krijgt een fictiebegrip toebedeeld.
- Met je groepje ga je zoveel mogelijk informatie opzoeken over
   dit begrip. 
-Je koppelt het begrip aan het verhaal Een onmogelijk tijdstip.
- Je maakt een presentatie in ppt of prezie en mailt dit aan mij.
-De volgende les presenteer je met je groepje.  
-De klas maakt aantekeningen.  

Slide 13 - Tekstslide

Presentatie theorie fictie.   
Groep 1: vertelperspectief 
Groep 2: Personages
Groep 3: Realistisch - niet-realistisch + vertelvolgorde
Groep 4: Ruimte en sfeer *
Groep 5: Tijd *
Groep 6: beoordelingswoorden (leeservaring) + begin en einde verhaal
Groep 7: Spanning 
Groep 8: genres + verhaalopbouw (Francine)

Slide 14 - Tekstslide

Welkom 2mhc!
Pak vast je leesboek en begin met lezen.

Slide 15 - Tekstslide

Vandaag:
-presenteren fictiebegrippen
-lezen verhaal 'Een schaduw in de nacht'
-opdracht: vervolg schrijven

Slide 16 - Tekstslide

Lezen verhaal
Een schaduw in de nacht

Slide 17 - Tekstslide

Wat maakt dit verhaal spannend? 
Markeer vier zinnen die het verhaal spannend maken waarbij de zintuigen een rol spelen. (3 min)





Klassikaal
Voorbeelden bespreken.

Noteer met behulp van een beoordelingswoord je mening over dit verhaal. Onderbouw je mening met een voorbeeld uit het verhaal.
Klassikaal bespreken

Slide 18 - Tekstslide

Een fractie van een seconde leken hun ogen elkaar te ontmoeten, en een rilling kroop over Sarah's rug.

Vul bovenstaande zin aan met drie zinnen waarin je beschrijft wat Sarah voelt als ze de rilling voelt. (5 min)
In duo’s
Lees je zinnen voor aan degene naast je. 

Noteer met behulp van een beoordelingswoord je mening over dit verhaal. Onderbouw je mening met een voorbeeld uit het verhaal.
Klassikaal bespreken

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht op Classroom.  
Ga naar schoolwerk--> fictie
Opdracht Een schaduw in de nacht: schrijf het verhaal verder in twee alinea's: 
1) je gebruikt het zintuig gehoor (dus wat hoort het personage)
2) je gebruikt het zintuig geur (dus wat ruikt het personage)

INLEVEREN, IS HUISWERK VOOR MORGEN

Slide 20 - Tekstslide