Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
nieuwe woorden eten
Nieuwe woorden
aa………….l. bed…en…..n. ……..et……..n.
…k……r. ….st………..en
….dv……
b….r b……d……P
e….
1 / 50
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
50 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nieuwe woorden
aa………….l. bed…en…..n. ……..et……..n.
…k……r. ….st………..en
….dv……
b….r b……d……P
e….
Slide 1 - Tekstslide
nieuwe woorden eten
(woensdag)
de energie
enig
de fles
de friet
de frisdrank
Slide 2 - Tekstslide
de energie
We krijgen energie van genoeg slaap, eten en rust.
Voor de mobiel krijgen wij energie van stroom.
Energie hebben wij nodig om dingen te
doen.
Zin: Ik ben ziek, ik heb geen energie.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
enig
Enig =fijn, mooi, uniek
Als je iets heel leuk vindt kan je enig zeggen.
Zin: Wat een enige foto van de puppies.
Slide 5 - Tekstslide
de fles
Een fles kan van plastic of glas gemaakt worden.
Het bevat water of andere sap.
Zin: Deze fles melk is van glas gemaakt.
Slide 6 - Tekstslide
de friet
Veel mensen vinden friet heel lekker.
Je koopt frieten in de snackbar.
Zin: Friet is lekker met mayo.
Slide 7 - Tekstslide
de frisdrank
Frisdrank is vaak zoet en drink je vaak bij dorst.
Zin: mijn favouriete frisdrank is sinas.
Zin: Ik heb liever cola of water voor de dorst.
Slide 8 - Tekstslide
nieuwe woorden eten
(woensdag)
de .....erg.... ......ig
de ...les
de .....iet
de fr..........nk
Slide 9 - Tekstslide
nieuwe woorden eten
(woensdag)
het gewicht
de hamburger
de hap
hardlopen
het ijs
Slide 10 - Tekstslide
het gewicht
Iets kan heel zwaar of licht zijn.
Om te weten hoe zwaar iets is moet je het wegen.
Zin: Wat is het gewicht van je schooltas? Het is heel zwaar.
Slide 11 - Tekstslide
de hamburger
Een burger eet je vaak in een broodje.
Het is gehakte vlees.
Zin: Veel mensen eten een hamburger met ketchup, mayonaise, tomaat en ui.
Slide 12 - Tekstslide
de hap
Als je honger hebt is de eerste hap heel erg lekker.
Hapjes krijg je als je op verjaardag gaat.
Zin: Ik heb veel honger, ik moet snel een hap nemen van mijn eten.
Slide 13 - Tekstslide
hardlopen
Ga je hardlopen? Dan ga je rennen of joggen.
werkwoord: ik hardloop
wij hardlopen
Zin: Mijn vriend gaat elke dag hardlopen voor zijn conditie.
Slide 14 - Tekstslide
het ijs
Ijs is gemaakt van slagroom, suiker en soms eieren.
Het moet in de vriezer bewaard worden.
Zin: Ik vind ijs niet lekker omdat het zo koud is.
Slide 15 - Tekstslide
woordjes van donderdag
het ....wich...
de ..............er
de h......
h.....lo....n
het ....s
Slide 16 - Tekstslide
nieuwe woordjes
de kaas
de keuze
de kip
de koek
de kroket
Slide 17 - Tekstslide
de kaas
Kaas is gemaakt van melk.
Het is meestal geel van kleur.
Het is romig van smaak.
Zin: Zal ik kaas kopen van de supermarkt
voor de lunch?
Slide 18 - Tekstslide
de keuze
Met de keuze moet je kiezen tussen twee
of meer dingen.
Zin: Wil je de blauwe of de rode pen?
Zin: Wij gingen in Januari op vakantie. We mochten kiezen
tussen Spanje of Griekenland.
Slide 19 - Tekstslide
de kip
Een kip legt eieren.
Kippen eten zaad en volkoren korrels.
Een kip smaakt lekker.
Zin: Vanavond ga ik kip braden in de oven.
Slide 20 - Tekstslide
de koek
Koek maak je met boter en suiker en
soms een ei.
Je eet een koekje bij de thee of koffie.
Zin: Zullen we een koekje eten bij de koffie?
Slide 21 - Tekstslide
de kroket
Een kroket is zacht van binnen en knapperig buiten.
Het is gemaakt van vlees maar ook zonder vlees.
Het wordt gefrituurd in de pan.
Zin: Mijn favoriete snack is een kroket.
Slide 22 - Tekstslide
zinnen maken
Schrijf je eigen zinnen met de woorden.
Slide 23 - Tekstslide
nieuwe woorden
de pa........ de ........er ---
r....nn...... het ....stau...... het ---
Slide 24 - Tekstslide
woorden donderdag
kwijtraken
de liter
de lunch
ongeveer
ongezond
de onzin
opschrijven
Slide 25 - Tekstslide
kwijtraken
Als je iets niet kan vinden dan ben je het kwijt.
Je doet je sleutels in een la maar later zijn ze weg.
Zin: Hij geeft zijn sleutels aan zijn broertje, hij gaat ze
kwijtraken.
Slide 26 - Tekstslide
de liter
2 x 500 ml = 1 liter
Zin: Mijn vriend kan één liter cola drinken.
Slide 27 - Tekstslide
de lunch
Tussen 12 uur en 13.00 uur is het lunch.
Wij gaan lunch eten om 12.10 uur.
Zin: Hoe laat eet je lunch?
Ik eet lunch om 12.30 uur
Slide 28 - Tekstslide
ongeveer
Als je niet weet wanneer je klaar met iets bent dan zeg je - ongeveer klaar om.
Je weet niet precies je arriveert.
Zin: Vandaag kom ik op bezoek om ongeveer
twee uur.
Slide 29 - Tekstslide
ongezond
De hele dag voor de televisie zitten en kijken is ongezond.
Je moet goed eten en bewegen om gezond te blijven.
Zin: Mijn vriend moet meer lopen hij beweegt niet veel.
Zin: Ik stop met roken, het is heel ongezond en
slecht voor de longen.
Slide 30 - Tekstslide
onzin
Vissen kunnen vliegen.
Er liepen mensen op het water vanmorgen.
Zin: Ik geloof niet in vliegende vissen.
Dat is onzin.
Zin: Morgen begint school om 12.00 u, niet waar,
dat is onzin.
Slide 31 - Tekstslide
opschrijven
Je hebt een pen of potlood en papier nodig om op te schrijven.
Je kan ook op het borg schrijven met een marker.
Je schrijft notities op.
Zin: De leerlingen schrijven alles op wat de docent verteld.
Slide 32 - Tekstslide
de patat
Patat is gemaakt van aardappel.
Patat wordt gemaakt in de frituur pan in hele
hete vet.
Het wordt vaak gegeten met mayonaise.
Zin: Mijn favoriete snack is patat.
Slide 33 - Tekstslide
de peper
Peper is een groenten.
Het geel, groen, rood of oranje.
Je kan het koken of rauw eten.
Zin: Ik eet peper het liefst in een salade.
Slide 34 - Tekstslide
per
Als je wilt aangeven hoe vaak je iets doet zonder datum = per
Per week, per dag, per maand
Zin: Wij gaan één keer per maand zwemmen.
Zin: Mijn zoon gaat één keer per jaar naar het buitenland.
Slide 35 - Tekstslide
rennen
Sommige mensen rennen om hun conditie te verbeteren.
Soms moeten mensen hard rennen om de bus
te halen.
Zin: Ik kan niet goed rennen, ik ben heel langzaam.
Slide 36 - Tekstslide
het restaurant
Mensen gaan soms naar een restaurant als ze
geen tijd hebben om te koken.
Bij een restaurant kan je kiezen van een menu
wat je wilt eten.
Zin: Als ik jarig ben ga ik naar een restaurant om te eten.
Slide 37 - Tekstslide
het sap
Sap kan van verschillende smaken zijn; aardbei,
sinas, cola .....
Sap is lekker en goed voor de dorst.
Zin: Mensen vinden sap met warm weer lekker.
Slide 38 - Tekstslide
ruim
Als je meer dan wat je nodig hebt, dan heb je ruim hoeveelheid.
Meer dan genoeg mensen om te helpen.
Zin: We hebben ruim eten voor twee dagen.
Zin: Er zijn ruim mensen om de tenten op te
bouwen.
Slide 39 - Tekstslide
woord alfabet
k.....ij.....ken de lit...... ..........ch
o...ge.....er ong....on...
de ...nz.... opsch...........
Slide 40 - Tekstslide
nieuwe woorden
snijden
het sportdrankje
de sporter
het spul
de suiker
de taart
Slide 41 - Tekstslide
snijden
Om een taart te delen moet je die snijden.
Je moet voorzichtig zijn met een mes anders snijd je in je vinger.
Zin: Wie wil een stukje taart, ik zal 4 stukken snijden.
Zin: Ow, ik heb in mijn vinger gesneden.
Slide 42 - Tekstslide
het sportdrankje
Van sportdrankjes krijg je energie.
Er zit veel suiker in sportdranken.
Zin: Ik ben moe, ik moet een sportdrank om te kunnen sporten.
Slide 43 - Tekstslide
de sporter
Rennen, boxen, tennis, voetbal, rugby zijn allemaal sporten.
Veel mensen sporten om fit te blijven.
Zin: Mijn vriend sport drie keer per week. Hij is een sporter.
Slide 44 - Tekstslide
het spul
Soms verzamelen mensen heel veel spullen.
Kasten zijn nodig om spullen in te doen.
Heb je spul om de oven schoon te maken?
Zin: Je moet je kamer opruimen, er ligt veel spullen overall.
Slide 45 - Tekstslide
de suiker
Als je houdt van zoet dan houd je van suiker.
Suiker is heel zoet.
Zin: Heb je suiker in je koffie?
Zin: Ja, twee lepeltjes suiker.
Slide 46 - Tekstslide
de taart
Als je je verjaardag gaat vieren dan eet je taart.
Taart is meestal lekker zoet.
Zin: Wie wilt een lekker stukje
taart van mij?
Slide 47 - Tekstslide
woorden donderdag
sn....d..n het sp...rtdr...nkj...
de sp..rt..r
het sp..l de s....k..r
de t.......rt
Slide 48 - Tekstslide
nieuwe woorden
uiteraard
uitkijken
vies
de vis
de wijn
de worst
Slide 49 - Tekstslide
Slide 50 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Nederland/België #2 eten
Augustus 2024
- Les met
27 slides
Nederlandse taal en cultuur
4th Grade
T6L7: Restaurantrecensies
Februari 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Voeding Leef je uit met groente en fruit& Eet niks teveel
September 2021
- Les met
16 slides
Verzorging
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Thema 5 Dictee 2 oefenen
November 2020
- Les met
25 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Gezonde levensstijl
Februari 2024
- Les met
23 slides
Lichamelijke opvoeding
Basisschool
Groep 6
DISK THEMA 4 ETEN
November 2023
- Les met
42 slides
Nederlands NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Hassan en de banaan #brusselleer
Februari 2024
- Les met
45 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Gezonde levensstijl
Januari 2024
- Les met
30 slides
Lichamelijke opvoeding
Basisschool
Groep 6