Opdracht 1: Alleen maken.
Ga voor jezelf bedenken welke normen en waarden jij hebt.
A: Welke leefregels vind jij belangrijk? Bijvoorbeeld niet slaan, kamer opruimen, bidden...
Zoek tenminste 8 regels en schrijf die op.
Waarom vind je ze belangrijk? Schrijf dat ook op.
Mocht je moeilijk vinden, op teams staat een lijst waar je inspiratie kan opdoen.
B: Wanneer gebruik je die normen? Bijvoorbeeld in de klas, thuis, met vrienden...
Schrijf dat op per norm of waarde.
C: Zoek uit de lijst ook 8 normen en waarden die jij zelf niet of minder goed vind.
Schijf ook op waarom je dat vind.