werkwoordspelling bijv. nw mtl1, 28 sept 2021

Werkwoordspelling

Bijvoeglijk naamwoord

Herhaling van:

-  de tegenwoordige tijd

- de verleden tijd

- voltooid deelwoord



1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Bijvoeglijk naamwoord

Herhaling van:

-  de tegenwoordige tijd

- de verleden tijd

- voltooid deelwoord



Slide 1 - Tekstslide

Het (witten) plafond.
A
gewite
B
gewitte
C
gewit
D
gewitten

Slide 2 - Quizvraag

De (vergroten) foto.
A
vergrote
B
vergroote
C
vergrootte
D
vergroten

Slide 3 - Quizvraag

Het (bakken) ei.
A
gebakte
B
gebakken

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Deze pas (bestraten) weg zit nu al vol kuilen.
A
bestraten
B
bestraatte
C
bestraate
D
bestrate

Slide 6 - Quizvraag

De klanten waren tevreden over de (verrichten) werkzaamheden.
A
verrichtte
B
verrichten
C
verrichte
D
verichte

Slide 7 - Quizvraag

1. Deze zonnebrandolie bescherm ….. (tt) je huid langdurig tegen de felle zon.
A
beschermd
B
beschermt
C
beschermdt
D
beschermde

Slide 8 - Quizvraag

2. Braa…. (braden, tt) je vader het vlees altijd met roomboter?
A
Braad
B
Braadt
C
Braat
D
braadde

Slide 9 - Quizvraag

1. Bran…. (tt) jij je vingers?
A
Brand
B
Brandde
C
Brandt

Slide 10 - Quizvraag

2. Bran…. (tt) je broer zijn vingers?
A
Brand
B
Brandde
C
Brandt

Slide 11 - Quizvraag

5. Maria verwach….e (verwachten, vt) een e-mailbericht van mij.
A
verwachte
B
verwachten
C
verwachtte

Slide 12 - Quizvraag

6. De verwach…e post kwam maar niet.
A
verwachte
B
verwachten
C
verwachtte

Slide 13 - Quizvraag