Zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden in de t.t., v.t. en volt.dw.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zwakke werkwoorden in de t.t., v.t. en volt.dw.

Slide 1 - Tekstslide

Voorgestructureerd aantekeningblad nodig
Wat is een zwak werkwoord?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een sterk werkwoord?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Ziel von heute:
Ik vervoeg de zwakke werkwoorden in het Duits in de t.t., v.t. en volt.dw.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Zwakke werkwoorden definitie
Werkwoorden die niet van klank veranderen in de verleden en voltooide tijd. In het NL gebruik je dan 't Kofschip.

Zwak in het NL = zwak in het Duits

Bijv.: reizen - reisen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Zwakke werkwoorden vervoegen t.t.
1. Neem de stam (w.w. - en)
2. Plak de uitgangen erachter (feesttenten)
ich                          spiele
du                           spielst
er/sie/es/man   spielt
wir                          spielen
ihr                           spielt
sie/ Sie                 spielen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Zwakke werkwoorden uitzonderingen t.t.
- Eindigt de stam van het w.w. op een sisklank (s, z, ß, x) dan krijg je bij du alleen een -t
Bijv.:  du heißt, du reist

- Als de stam van het w.w. eindigt op -d, -t, -m of -n (bij atmen, öffnen, rechnen en regnen) komt er bij du/er/sie/es/man/ihr een extra -e

Bijv.: du redest, ihr antwortet

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Zwakke werkwoorden vervoegen v.t.
1. Neem de stam (w.w. - en)
2. Plak de uitgangen erachter (feesttenten), maar zet er overal nog een t of te vóór.
ich                          spielte
du                           spieltest > tst zou raar zijn!
er/sie/es/man   spielte
wir                          spielten
ihr                           spieltet
sie/ Sie                 spielten 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Zwakke werkwoorden uitzonderingen v.t. 
Hetzelfde als bij de t.t.! Alleen met de werkwoorden op een sisklank gebeurd niets.

Voorbeelden:
ich antwortete
du öffnetest

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Zwakke werkwoorden vervoegen volt.dw.
1. Neem de stam (w.w. - en)
2. Plak de volgende uitgang ervoor en erna:
ge-  ............. -t

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Zwakke werkwoorden uitzonderingen volt.dw.
- Hetzelfde als bij de t.t.! Alleen met de werkwoorden op een sisklank gebeurd niets.
Voorbeelden:
ich habe geantwortet
du hast geöffnet

- W.w. die op -ieren eindigen, krijgen géén ge- ervoor. 
- W.w. die beginnen met ge-, be-, er- en ver- krijgen géén ge-.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies