Zwakke werkwoorden OTT - stam op -d/-t of sisklank
Zwakke werkwoorden OTT - Uitleg 2
stam op -d/-t of sisklank
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Zwakke werkwoorden OTT - Uitleg 2
stam op -d/-t of sisklank
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van de les kun je het zwakke werkwoord in de tegenwoordige tijd (ott) vervoegen...
...zowel de regelmatige vormen
...als de werkwoorden met een -d of -t
...als de werkwoorden met een sisklank
Slide 2 - Tekstslide
Weet je nog?
Een ZWAK werkwoord wordt in de tegenwoordige tijd (OTT) zo vervoegd: STAM + [uitgang]
ich sag -e wir sag -en
du sag -st ihr sag -t
er/sie/es sag -t sie/Sie sag -en
Slide 3 - Tekstslide
Als de STAM van een ZWAK werkwoord echter op een -d of een -t eindigt moeten we de uitgang soms aanpassen, anders is het woord niet meer uit te spreken.
Kijk maar eens naar de volgende werkwoorden:
wart-en, end-en, arbeit-en, red-en
Slide 4 - Tekstslide
sag | en
red | en
ich
sag -e
ich
red-e
du
sag -st
du
red -est
er/sie/es
sag -t
er/sie/es
red -et
wir
sag -en
wir
red-en
ihr
sag -t
ihr
red-et
sie/Sie
sag -en
sie/Sie
red-en
Vergelijk de volgende zwakke ww maar eens:
Slide 5 - Tekstslide
Ook als de STAM van een ZWAK werkwoord op een sisklank (s, ss, ß, z, x) eindigt moeten we de uitgang soms aanpassen, anders is het woord niet meer uit te spreken.
Het gaat dan om werkwoorden zoals:
reis-en, pass-en, reiß-en, setz-en, box-en
Slide 6 - Tekstslide
sag | en
reis | en
ich
sag -e
ich
reis-e
du
sag -st
du
reis -t
er/sie/es
sag -t
er/sie/es
reis -t
wir
sag -en
wir
reis-en
ihr
sag -t
ihr
reis-t
sie/Sie
sag -en
sie/Sie
reis-en
Vergelijk ook de volgende zwakke ww maar eens:
Slide 7 - Tekstslide
DUS
ZWAKKE ww. in de OTT krijgen achter de stam de uitgangen: -e -st -t -en -t -en
MAAR
* als de STAM op -d of -t eindigt komt er bij
du, er/sie/es en ihr een extra -e- bij:
-e -est -et -en -et -en
* als de STAM op een sisklank (s, ss, ß, z, x) eindigt
valt bij du de -s weg:
-e -t -t -en -t -en
Slide 8 - Tekstslide
Alles begrepen?
Dan gaan we oefenen:
Slide 9 - Tekstslide
Hoe vind je in het Duits de stam van een werkwoord?
A
= hele werkwoord
B
= hele werkwoord - (e)n
C
= ik-vorm
D
= steeds anders
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de stam van "spielen"?
Slide 11 - Open vraag
Wat is de stam van "kommen"?
Slide 12 - Open vraag
Wat is de stam van "atmen"?
Slide 13 - Open vraag
mieten
ihr ...
A
miete
B
mietest
C
mietet
D
mieten
Slide 14 - Quizvraag
kaufen
du ...
A
kaufet
B
kauft
C
kaufest
D
kaufst
Slide 15 - Quizvraag
sitzen
du ...
A
sitzest
B
sitzt
C
sitzst
D
sitzen
Slide 16 - Quizvraag
reden
ich ...
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden
Slide 17 - Quizvraag
gehen
sie ...
A
gehe
B
geht
C
gehen
D
gehst
Slide 18 - Quizvraag
Schrijf de juiste vorm op:
Ich (schreiben) …… einen Brief.
Slide 19 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm op:
Mein Bruder (spielen) …….. mit dem Ball.
Slide 20 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm op:
Er (kaufen) ........... einen Skihelm.
Slide 21 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm op:
Isa (retten) ……. eine Katze aus dem Wasser.
Slide 22 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm op:
Warum (hassen) ……. du warmes Wetter?
Slide 23 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm op:
Herr Walther, (kennen) ……. Sie meine Freundin?
Slide 24 - Open vraag
Lesdoel bereikt?
Kun je het zwakke werkwoord nu in de tegenwoordige tijd (ott) vervoegen...
...zowel de regelmatige vormen
...als de werkwoorden met een -d of -t
...als de werkwoorden met een sisklank
Slide 25 - Tekstslide
Kun je het REGELMATIGE zwakke werkwoord nu in de tegenwoordige tijd (ott) goed vervoegen?
JA, voor 100%
JA, voor 75%
MWAH, voor 50%
NEE, voor 25%
NEE, voor 0%
Slide 26 - Poll
Kun je het zwakke werkwoord met een STAM OP -d/-t nu in de tegenwoordige tijd (ott) goed vervoegen?
JA, voor 100%
JA, voor 75%
MWAH, voor 50%
NEE, voor 25%
NEE, voor 0%
Slide 27 - Poll
Kun je het zwakke werkwoord met een STAM OP SISKLANK nu in de tegenwoordige tijd (ott) goed vervoegen?