Hoofdstuk 11 Duurzaam leven voor leerlingen

Jouw invloed op de aarde
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Jouw invloed op de aarde

Slide 1 - Tekstslide

Voetafdruk 
  • eerlijke verdeling aarde
  • ieder persoon 1,8 hectare 
  • 3.3 hectare gemiddeld in NL
  • Dat kan dus niet

Slide 2 - Tekstslide

Invloed op de omgeving 
Omgeving = het milieu
Wat gebruik je? 
Nodig + comfortabel
Hoe heeft het invloed?


Slide 3 - Tekstslide

Bijvoorbeeld je telefoon blz 117
  • fabriek - grondstoffen
  • energie
  • verpakking 
  • vervoeren 
  • opladen
  • afval  

Slide 4 - Tekstslide

De aarde uitgeput?
Meer gebruiken dan dat de aarde maakt 
Aanvullen wat we gebruiken 
In de natuur: voedselkringloop (gesloten kringloop) 
Hoe kunnen wij dit doen?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe voorkom je uitputting van de aarde? 
Producent maken voedingsstoffen: groene planten, fotosynthese onder invloed van zonlicht.
Consumenten gebruiken deze voedingsstoffen: energie uit glucose komt vrij door de verbranding hiervan in cellen
Afvaleters maken dode resten van consumenten klein (zijn ook consumenten)
Reducenten (schimmels en bacteriën) zetten dode resten (humus) om in mineralen.
Mineralen komen weer in bodem enzovoort

Slide 6 - Tekstslide

Over die kringlopen..

Gesloten kringloop: als de verbruikte stoffen ook weer aangevuld worden.
Compost: mest voor de tuin, gemaakt door GFT-afval
Recyclen: hergebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

hst 4: Elektriciteit

Slide 8 - Tekstslide

Energie gebruiken

Slide 9 - Tekstslide

Elektriciteit maken 
Spanningsbron/ energiebron
Chemisch proces - stoffen reageren 
Elektrische energie 




Slide 10 - Tekstslide

Welke energiebronnen zijn er?
  • fossiele brandstoffen 
  • kernenergie
  • zonne-energie (duurzaam)
  • waterkracht (duurzaam)
  • windenergie (duurzaam)

Elke energie bron heeft zijn voor- en nadelen

Slide 11 - Tekstslide

11.3 Voedsel produceren

Slide 12 - Tekstslide

Wie maken ons voedsel?
Akkerbouwers


Tuinbouwers


Veehouders - veeteelt

Slide 13 - Tekstslide

Hoe produceren boeren voedsel?
Vroeger: gemengd bedrijf | gesloten kringloop

Nu: meer mensen | meer voedsel | goedkoop produceren 

Slide 14 - Tekstslide

Nu: akkerbouwers en tuinbouwers
  1. één voedingsgewas: monocultuur
  2. Opbrengst verhogen : mest en kunstmest
  3. Ziekte en schade voorkomen: gewasbeschermingsmiddelen

Slide 15 - Tekstslide

Nu: veehouders
Intensieve veehouderij / bio-industrie
Krachtvoer
Medicijnen

Tegenwoordig wel veel regels rondom bio-industrie en medicatie 

Slide 16 - Tekstslide

Gevolgen voedselproductie blz 130
  1. Overbemesting: planten- en diersoorten verdwijnen
  2. Watervervuiling: dieren in de natuur krijgen ook gifstoffen binnen
  3. Luchtvervuiling: ammoniak uit de mest vervuilt de lucht en komt in de bodem terecht als extra stikstof
  4. Minder natuur: door toename van wereldbevolking is meer landbouwgrond nodig voor voedsel productie

Slide 17 - Tekstslide

Hoe sparen boeren het milieu?
  1. Mestinjectie i.p.v. over het land spuiten
  2. Niet meer mineralen gebruiken dan nodig: Mineralenboekhouding
  3. Minder gewasbeschermingsmiddelen gebruiken
  4. Gewasbeschermingsmiddelen niet in de buurt van water gebruiken

Slide 18 - Tekstslide

Biologische landbouw

Slide 19 - Tekstslide

Wat kun je zelf doen?
  • Biologische producten
  •  Minder vlees eten 

Slide 20 - Tekstslide

11.4 Vervuiling tegengaan

Slide 21 - Tekstslide

Gevolgen voedselproductie blz 130
  1. Overbemesting: planten- en diersoorten verdwijnen
  2. Watervervuiling: dieren in de natuur krijgen ook gifstoffen binnen
  3. Luchtvervuiling: ammoniak uit de mest vervuilt de lucht en komt in de bodem terecht als extra stikstof. Zure bodem
  4. Minder natuur: door toename van wereldbevolking is meer landbouwgrond nodig voor voedsel productie

Slide 22 - Tekstslide

Wat gebeurt er met je afval?
1. Compost(eren) GFT!

2. Recyclen (bijv. glas, plastic)
3. Hergebruiken (bijv. kleding)
4. Verbranding --> energie opwekken
5. Storten liefst zo min mogelijk!!!!





Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van energiegebruik?

Verbranden van fossiele brandstoffen -> 
afvalgassen ontstaan --> 
luchtvervuiling --> klimaatverandering 

Evenwicht tussen verbanding en
fotosynthese is verstoord 

Slide 24 - Tekstslide

Broeikaseffect
Broeikaseffect: CO2 in de lucht houdt warmte op aarde
Versterkt broeikaseffect: CO2 in de lucht stijgt enorm - deken op de dampkring - warmer op aarde

Slide 25 - Tekstslide

Gevolgen van luchtvervuiling
  1. Verzuring van de bodem - planten gaan dood
  2. Fijn stof : slecht voor onze luchtwegen
  3. Smog (smoke + fog)

Slide 26 - Tekstslide

Wat helpt tegen vervuiling?
  1. Afvalberg verkleinen
  2. Minder brandstof gebruiken
  3. Schonere energiebronnen gebruiken 
  4. Luchtvervuiling verminderen

Slide 27 - Tekstslide

De aarde wordt warmer 
Boek: Blz 142+143

Slide 28 - Tekstslide

Vervuiling
  • Verbrandingsgassen komen in de lucht = luchtvervuiling.
  • Stoffen komen in de bodem terecht (giffen en chemicaliën) = bodemvervuiling.
  • Soms komen (giftige) stoffen ook terecht in het water = watervervuiling.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Broeikaseffect
  • Door uitstoot van koolstofdioxide en waterdamp ontstaat er een soort 'deken' over de Aarde.
  • De warmte die instraalt kan moeilijker weg.
  • Hierdoor opwarming.
  • Vergelijkbaar met een kas ==> broeikaseffect.
Zonder broeikasgassen zou het hier gemiddeld -18 graden Celsius zijn. 
Door de broeikasgassen is het gemiddeld 15 graden Celsius. 
Daardoor is het leven op aarde zoals we dat nu kennen, mogelijk.
Versterkt broeikaseffect
Verbranden fossiele brandstoffen

Slide 31 - Tekstslide

broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 32 - Tekstslide

Versterkt broeikaseffect

Slide 33 - Tekstslide

Gevolgen
  • Nieuwe plantensoorten komen voor, maar oude verdwijnen.
  • Jaarritme is aan het veranderen.  Bomen krijgen vroeger bladeren waardoor rupsen eerder zijn.  Als de eieren van de koolmees uitkomen, hebben de jongen geen eten omdat de rupsen dan weer weg zijn.

Slide 34 - Tekstslide

Gevolgen broeikaseffect
  • Stijging gemiddelde temperatuur
  • Stijging zeespiegel, door smelten van ijs
  • Klimaatverandering, andere/extremere weertypen

Slide 35 - Tekstslide

Wereldwijd probleem
Opwarming aarde is een wereldwijd probleem
Alle landen (moeten) samenwerken; afspraken worden gemaakt
Doelen worden gesteld ook hoe deze doelen gehaald gaan worden.
Voorbeelden van doelen: opwarming aarde beperken (<2 C (liefst ca 1.5 C))
Nederland werkt nu dus nationaal aan 49% minder uitstoot. Nederland wil, als andere landen meedoen, de Europese doelstelling verhogen. Niet 40% minder uitstoot van broeikasgassen in 2030, maar 55 %.
Zelf kun je ook veel doen!

Slide 36 - Tekstslide