PEDA 3 les 7 online

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Ik voel jij je ?

1. 
2. 
3. 
4. 

Kindgericht werken
(10) vaardigheden

• Inleven
• aansluiten bij de belevingswereld
• respect hebben
• eerlijk en open zijn
• aandacht
• vriendelijkheid
• betrokkenheid
• enthousiasme en inspirerend zijn
• band opbouwen
• ruimte geven om zelfstandig te worden

Met de leefwereld van een kind bedoelen we, hoe een kind de wereld om zich heen beleeft

1. Juist
2. Onjuist

Hoe krijg je een vertrouwensband met een kind?

1. Je krijgt vanzelf een band met een kind als je met een kind werkt
2. Kinderen vertrouwen iedereen zonder meer, je hoeft hier geen moeite voor te doen
3. Door voorspelbaar en stabiel te reageren
4. Je moet veel met het kind praten

Wat is je houding als je kinderen wilt helpen zelfstandig te worden?

1. Je laat kinderen altijd alles eerst zelf proberen
2. Je helpt kinderen met alles
3. Je legt alles uit en laat ze het zelf doen
4. Je kijkt per kind of het iets zelfstandig kan proberen of dat het hulp nodig heeft

Enthousiasme betekent dat je continu staat te springen en te dansen

1. Juist
2. Onjuist

Bewering A: Betrokkenheid geeft kinderen een veilig gevoel
Bewering B: Betrokkenheid is niet per se noodzakelijk in een IKC, zolang je maar enthousiast bent

1. Bewering A en B zijn allebei onjuist
2. Bewering A is onjuist en bewering B is juist
3. Bewering A en B zijn allebei juist
4. Bewering A is juist en bewering B is onjuist

Aansluiten bij de belevingswereld betekent dat je inspeelt op de fantasie van een kind

1. Juist
2. Onjuist

Inleven betekent dat je je gedrag afstemt op een ander

1. Juist
2. Onjuist

Respect hebben voor kinderen betekent onder andere dat je naar ze luistert

1. Juist
2. Onjuist

Welke stelling over vriendelijkheid op de werkplek is juist?

1. Als je je werk goed wilt doen, moet je alle kinderen waar je mee werkt leuk vinden
2. Je blijft altijd vriendelijk tegen kinderen op je werk
3. Je kunt niet doen alsof je alle kinderen even leuk vindt
4. Soms ben je gewoon even onvriendelijk, dat overkomt de beste

Als een kind vervelend gedrag laat zien komt dit vaak door

1. Bewering A is juist en bewering B is onjuist
2. Bewering A is onjuist en bewering B is juist
3. Bewering A en B zijn allebei juist
4. Bewering A en B zijn allebei onjuist

Welke bewering over ‘open en eerlijk zijn tegen kinderen’ is juist?

1. Je moet altijd open en eerlijktegen kinderen zijn
2. In principe ben je open en eerlijk, maar er zijn grenzen
3. Je kunt alles aan kinderen vertellen, zolang het de waarheid is
4. Vanaf acht jaar kun je altijd open en eerlijk zijn