Les 1: introductie communicatie

Welkom :)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom :)

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

H1 - Aspecten van de communicatie

Verschil tussen communicatie en interactie?
 
Vormen van communicatie
 1. Directe en indirecte communicatie
 2.Een-, tweezijdige- en meerzijdige communicatie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Communicatie man versus vrouw
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 6 - Tekstslide

Verbale & non-verbale communicatie

Slide 7 - Tekstslide

2

Slide 8 - Video

00:43
Wat denken jullie? Hoeveel % bestaat uit non-verbale communicatie?

Slide 9 - Open vraag

00:58
De meest voorkomende non-verbale communicatiefouten

Slide 10 - Tekstslide

Verbaal
Non-verbaal

Slide 11 - Tekstslide

Verbale en non- verbale communicatie
Verbale communicatie = Alle communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken/ geschreven) informatie overbrengt. 

Nonverbale communicatie = Alle communicatie die niet via woorden verloopt (dit gebeurt bewust en onbewust). 

Slide 12 - Tekstslide

Situatie:
De student stuurt een e-mail naar haar praktijkbegeleider.
A
verbaal
B
non-verbaal
C
beide

Slide 13 - Quizvraag

Situatie:
De werkgever is boos op zijn werknemers. Hij verheft zijn stem en geeft een donderpreek
A
verbaal
B
non-verbaal
C
beide

Slide 14 - Quizvraag

situatie:
Mees liket de Facebook-update van Samia.
A
verbaal
B
non-verbaal
C
beide

Slide 15 - Quizvraag

situatie:
Valerie geeft een presentatie voor de klas. Ze gebruikt daarbij een PowerPoint.
A
verbaal
B
non-verbaal
C
beide

Slide 16 - Quizvraag

Opdracht
Jullie krijgen allemaal een A4 papier van mij, daarna voer je de stappen uit die ik zeg.

  1. Pak het vel papier en hou het voor je.
  2. Doe je ogen dicht en volg de instructies van exact. Je mag geen vragen stellen en niet stiekem kijken. 
  3. Eerst wil ik dat je het papier dubbel vouwt.
  4. Vouw het nog een keer dubbel.
  5. Scheur in de linker bovenhoek het papier af.
  6. Vouw het nogmaals dubbel en scheur nu de rechter onderhoek van het papier af. 
  7. Doe je ogen op en vouw het papier uit. 
  8. Kijk naar wat het resultaat is.
  9. Wanneer ik goed gecommuniceerd heb en jullie hebben goed geluisterd, dan zou het resultaat hetzelfde als die van mij zijn. 
  10. Houd je vel papier omhoog. 

  1. Waarom lijkt geen papier op die van mij?.










Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
  • Doel: communiceren met elkaar zonder elkaar aan te kijken.
  • Wie?: in tweetallen
  • Wat?: Twee personen zitten rug aan rug tegen elkaar gaan zitten. De eerste persoon heeft een object gekregen en moet dit beschrijven (uiteraard zonder expliciet te zeggen wat het object is) aan persoon B. Persoon B moet op basis van deze beschrijving het voorwerp vervolgens proberen te gaan tekenen.
  • Hoelang?: 10 minuten. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 
  • Wie?: in groepjes van 4.
  • Hoe?: ga bij elkaar zitten, zodat je elkaar recht in de ogen kunt aankijken en elkaars lichaamstaal goed kunt waarnemen.
  • Wat?: student 1 vertelt dadelijk 3 dingen over zichzelf, waarvan er 1 gelogen is. Dus let goed op!
  1. De andere studenten volgen de volgende stappen:
  2. Noteer voor jezelf welk punt volgens jou gelogen is en waarom.
  3. Je mag student 1 vragen stellen om te achterhalen welk punt gelogen is.
  4. Noteer nogmaals welk punt volgens jou gelogen is en waarom.
  5. Inventariseer de uitslagen van stap 1 + 2: Wie is van mening veranderd en waarom? 
  6. Student 1 onthult de leugen.

Slide 19 - Tekstslide

PP voor de module!

Slide 20 - Tekstslide

Lees de casus van Vincent en beantwoord de vragen:
Janine werkt in een schippersinternaat. Vincent is een van de tieners die er doordeweeks woont. Vincent heeft moeite met zijn opleiding. Ook weet Janine dat hij zijn ouders en zusje enorm mist. Vandaag is Vincent uit school meteen naar zijn kamer gelopen. Hij is niet eens in de huiskamer geweest om wat te drinken en iets lekkers te pakken. Het is tijd voor een praatje, denkt Janine. Wanneer ze op zijn kamer komt, maakt Vincent nauwelijks oogcontact met haar. Hij scrolt wat op zijn mobieltje. Wanneer ze vraagt hoe het met hem gaat, antwoordt hij: ‘Prima hoor.’ Wanneer Janine doorvraagt, roept hij: ‘Ik zei toch dat het goed gaat, mens, laat me met rust!’

Slide 21 - Tekstslide

Leg aan de hand van de casus van Janine en Vincent uit. Wie is de:
1. zender?
2 ontvanger?
3. wat was de boodschap?
4. met welk medium werd de boodschap gebracht?

Slide 22 - Open vraag

Mensen communiceren altijd met een bepaald DOEL: je wilt een boodschap aan de ander overbrengen. Welk doel heeft Janine in het gesprekje met Vincent?

Slide 23 - Open vraag

Welke boodschappen worden er in de casus van Vincent VERBAAL verstuurd, welke NON-VERBAAL?

Slide 24 - Open vraag