Persoonlijke voornaamwoorden haben sein

Persoonlijke voornaamwoorden/haben/sein
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke voornaamwoorden/haben/sein

Slide 1 - Tekstslide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord.
ik
jij
hij
zij
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie
Sie
sie

Slide 2 - Sleepvraag

ik
A
ich
B
du
C
er
D
es

Slide 3 - Quizvraag

jullie
A
wir
B
ihr
C
sie
D
Sie

Slide 4 - Quizvraag

het
A
ich
B
er
C
sie
D
es

Slide 5 - Quizvraag

sie
A
zij
B
u
C
jullie
D
het

Slide 6 - Quizvraag

du
A
ik
B
jij
C
hij
D
zij

Slide 7 - Quizvraag

Onregelmatige werkwoorden:  haben + sein

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
haben
hast
haben
habt
hat

Slide 8 - Sleepvraag

Onregelmatige werkwoorden:  haben + sein

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
seid
sind
sind

Slide 9 - Sleepvraag

Ich .... Lehrer. (sein)
A
sind
B
bin
C
seid
D
bist

Slide 10 - Quizvraag

Ihr .... gut gearbeitet. (haben)
A
habt
B
haben
C
hat
D
hast

Slide 11 - Quizvraag

Wir .... Hausaufgaben gemacht. (haben)
A
hat
B
habe
C
habt
D
haben

Slide 12 - Quizvraag

Ihr ... zu spät (sein)
A
seid
B
sind
C
bin
D
bist

Slide 13 - Quizvraag

Lisa ..... krank (sein)
A
bist
B
sind
C
ist
D
bin

Slide 14 - Quizvraag

Ich ... etwas gemacht (haben)
A
haben
B
habe
C
habt
D
hat

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide