Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
6.4
6.4 Nog meer produceren?
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Middelbare school
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
6.4 Nog meer produceren?
Slide 1 - Tekstslide
6.3 Winst of verlies? (deel 2)
Een ondernemer wil winst maken...
verschil tussen inkoopprijs en verkoopprijs is zijn brutowinst
brutowinst als percentage van de inkoopprijs is brutowinstmarge
brutowinst
inkoopprijs
x 100 = brutowinstmarge
Verkoopprijs kano € 180
Inkoopprijs kano € 95
Brutowinst 180 - 95 = € 85
Brutowinstmarge = (85 : 95) x 100 = 89,5%
Vraag 29
Vraag 30
Slide 2 - Tekstslide
btw
6.3 Winst of verlies?
verkoopprijs
Consumentenprijs
verkoopprijs kano € 180
btw kano 0,21 x 180 = € 37,80
Consumentenprijs = 180 + 37,80 = € 217,80
VB
Vraag 32
Rekenvraag 23
blz 186
Slide 3 - Tekstslide
6.3 Winst of verlies? (deel 2)
BTW
verkopen
Inkopen
Alles wat er meer inkomt, dan dat er uit is gegaan moet hij betalen aan de belastingdienst
Ontvangen btw - betaalde btw = af te dragen btw aan de belastingdienst
BTW
verkoopprijs kano € 180
btw kano 0,21 x 180 = € 37,80
Consumentenprijs = 180 + 37,80 = € 217,80
btw betaald over inkoopprijs: 0,21 x 95 = € 19,95
Te betalen aan belastingdienst: 37,80 - 19,95 = € 17,85
VB
Vraag 34
Vraag 35
Slide 4 - Tekstslide
6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Deze les:
Productiecapaciteit
Arbeidsproductiviteit
Slide 5 - Tekstslide
6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Productiecapaciteit
Wordt beperkt door:
De maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.
kapitaalgoederen (machines) die worden gebruikt
het aantal medewerkers
de uren die de medewerkers werken
Extra productielijn Gazellefabriek om de vraag naar electrische fietsen aan te kunnen
Slide 6 - Tekstslide
6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Productiecapaciteit
onderbezetting
-> er wordt minder geproduceert, dan er maximaal geproduceerd kan worden
overbezetting
-> er is productiecapaciteit te kort om aan de vraag te kunnen voorzien
Slide 7 - Tekstslide
6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Arbeidsproductiviteit
hogere arbeidsproductiviteit betekent lagere loonkosten per product
de productie per werknemer in een bepaalde tijd
arbeidsproductiviteit per periode =
totale productie per periode
aantal werknemers
Slide 8 - Tekstslide
Hoe kan een bedrijf de arbeidsproductiviteit verhogen?
Slide 9 - Open vraag
Arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
technologische ontwikkelingen (mechanisatie en automatisering
arbeidsverdeling en specialisatie
scholing
prestatieloon
verbetering arbeidsomstandigheden
6.4 Nog meer produceren? (deel 1)
Slide 10 - Tekstslide
6.4 Nog meer produceren? (deel 2)
Meer productie
Meer werkgelegenheid
Meer vraag
Meer productie....
De Volkskrant (5-2-2018)
De welvaart stijgt
Maatschappelijke opbrengsten (
= voordelen die de samenleving van productie heeft)
Slide 11 - Tekstslide
Bedrijfskosten ('de vervuiler betaalt')
Maatschappelijke kosten (kosten voor het oplossen van de milieuschade komen voor rekening van de samenleving)
6.4 Nog meer produceren? (deel 2)
Negatieve gevolgen welvaart
* Milieuschade
Slide 12 - Tekstslide
Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...
A
Slide 13 - Quizvraag
Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...
A
Slide 14 - Quizvraag
Een bedrijf produceert 30.000 frikadellen. Er werken 25 mensen in de fabriek en 5 op kantoor. Bereken de arbeidsproductiviteit.
A
Slide 15 - Quizvraag
Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
Slide 16 - Quizvraag
Er is meer vraag is naar producten dan het bedrijf met zijn machines en personeel aan kan, dit noem je:
A
Slide 17 - Quizvraag
De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
Slide 18 - Quizvraag
Hoe beïnvloedt concurrentie de arbeidsproductiviteit?
A
Slide 19 - Quizvraag
Er ontstaat 7.000 liter verontreinigd water per spijkerbroek. Dit wordt zelden gereinigd. Dit water is een voorbeeld van:
A
Slide 20 - Quizvraag
Wat heb je geleerd?
Slide 21 - Tekstslide
Hoe bereken je de productie per werknemer?
Slide 22 - Open vraag
Wat levert de productie voor de samenleving op?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Video
Meer lessen zoals deze
6.4 Nog meer produceren?
Februari 2021
- Les met
34 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H6.3 (deel 2)
Februari 2018
- Les met
10 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
6.4. nog meer produceren
Februari 2022
- Les met
31 slides
Economie en Ondernemen
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H6.3 (deel 2)
Maart 2020
- Les met
13 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
H6.3 winst of verlies
Maart 2020
- Les met
16 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
6.4 Nog meer produceren?
November 2018
- Les met
23 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.4 Is meer productie goed?
December 2018
- Les met
33 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
H6.2.1 Het gaat om de winst!
Februari 2023
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3