Heidegger

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje
- Huishoudelijke mededelingen
- Waar waren we ook alweer gebleven?!?!?!?!???
- Lekker opnieuw beginnen
- De taal filooosooofie van Heidegger

Slide 2 - Tekstslide

Huishoudelijke mededelingen
- Maandag 2 november voor 09.00: inleveren uitlegfilmpje via Magister
- Heb je nog geen filosoof? Zie Teams.
- Toetsweek, vrijdag 13 november voor 23.59: Take Home Toets. Oog in de Storm. 2.1 t/m 2.11 + teksten in de les

Slide 3 - Tekstslide

Waar waren we ook alweer gebleven?!?!?!?!???
- Door middel van aufhebung van tegenstellingen komt de filosofie tot een absoluut weten van de werkelijkheid.
- In dit absolute weten heeft de metafysica haar begin en eindpunt qua herleiding van kennis.
- Nietzsche = aufhebung van het absolute weten door middel van het nihilisme
- Nihilisme = het leven heeft geen waarde of betekenis. Er valt dan ook niets te weten.

Slide 4 - Tekstslide

Waar komt het nihilisme volgens Nietzsche vandaan? En hoe moeten we dit probleem oplossen?

Slide 5 - Open vraag

Wat vindt Heidegger van Nietzsche zijn oplossing? En met welke ervaring heeft dat te maken?

Slide 6 - Open vraag

Geen liefde voor de techniek
- De techniek = dingen als bestanden, die je kunt beheersen en berekenen, behandelen en op die manier aangesproken worden door de dingen.

- De techniek = een manier van ontbergen. Een manier waarop de zijnden toegankelijk voor ons zijn.

- Het gevaar: ecologische rampen, zelfvervreemding en dat we onszelf als een bestand gaan zien.

- Waar komt deze manier van ontbergen vandaan?

Slide 7 - Tekstslide

Steeds weer
hetzelfde liedje
- De techniek doet alsof wat de werkelijkheid is een gegeven is. Wat is, dat is berekenbaar en beheersbaar.

- Met het uitgaan van de gegevenheid van de werkelijkheid is de techniek de laatste halte van de metafysica.

- De metafysica is de vraag naar het zijnde als zijnde.

- Vanuit de aanwezigheid van de zijnden, wordt het zijn aan de zijnden vastgeplakt, en ook in termen van aanwezigheid gedacht.

- Het zijnde is idee, wezen (ousia), ens creatum, voorgesteld door het subject, substantie, waargenomen zijn, absoluut weten, wil tot macht.

Slide 8 - Tekstslide

Lekker opnieuw beginnen
- Eerste aanvang (metafysica): de vraag naar het zijnde als zijnde --> zijnsvergetelheid
- Andere aanvang (Heideggers denken): de vraag naar het zijn zelf

- Het punt dat Heidegger wil maken: of je nu begint bij God, bij het zijn, bij de zijnden of bij de mens, daarmee maak je de andere termen tot iets wat ze niet zijn

- Hoe te denken zonder uit te gaan van gegevenheid/aanwezigheid?

- Dat de zijnden aanwezig zijn, veronderstelt dat ze in de aanwezigheid zijn gekomen. Het zijn zelf, los van de zijnden, is het aanwezig brengen van de zijnden. Dit toont zich zelf niet --> daarom zijnsvergetelheid 

Slide 9 - Tekstslide

Het christelijke momentje van deze les
- Hoe kunnen we zijn, zijnden, God of de mens niet als een gegeven zien?
- Heideggers antwoord: deze zaken worden wat ze zijn door een gebeuren (Ereignis)
- Heideggers vierkant (Geviert)

1. Het zijn (lucht of wereld): laten de zijnden zijn, brengt ze in de aanwezigheid
2. De mens (da-sein): verstaat het zijn en bergt het zijn in de zijnden met taal, kunst, politiek
3. De zijnden (aarde): bergen van het zijn
4. God: krijgt betekenis vanuit het zijn van de zijnden (de voorbijgang van de laatste God)

Slide 10 - Tekstslide

Pijnlijk momentje
- Maar...
- Het zijn zelf dat zich niet laat zien, maar dat alleen de zijnden laat zijn. Klinkt dat niet een beetje als DPC?
- DPC = Deus Primum Cognitum. Het idee dat God als eerst gekend wordt, maar waarbij het begrip wordt laten vallen, omdat we God nooit helemaal kunnen bevatten...

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen hoe Nietzsche en Heidegger naar taal kijken (pag. 163/164 + 173/174

Slide 12 - Open vraag

Volgende les (morgen)
- We bespreken Wittgenstein I (Oog in de Storm 2.10.1

Slide 13 - Tekstslide