Havo H4 en H5
1 / 13
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bij welke hypotheekvorm is het aflossingsbedrag elk jaar hetzelfde?
A
Annuiteiten hypotheek
B
Lineaire hypotheek
Slide 2 - Quizvraag
De belastingdienst betaalt mee aan de lasten voor het kopen van een huis. Hoe?
A
De belastingdienst betaalt een deel van de aflossing
B
Een huiseigenaar mag de rentelasten van het belastbaar inkomen afhalen, waardoor er minder belasting hoeft te worden betaald
C
De belastingdienst betaalt iedere maand de rente
Slide 3 - Quizvraag
Stel ik heb een lineaire hypotheek van EUR 200.000. Deze moet ik in 20 jaar afbetalen. Hoeveel bedraagt de aflossing per jaar?
A
kun je niet uitrekenen op basis van deze gegevens
B
200.000/20 = 10.000 per jaar
C
200.000 / 20 = 10.000 per jaar en de rente erbij
Slide 4 - Quizvraag
Als ik een hypotheeklening heb van EUR 200.000 en ik moet dit in 20 jaar afbetalen. Wat is mijn restschuld na 3 jaar?
A
200.000
B
Kun je niet uitrekenen
C
180.000
D
170.000
Slide 5 - Quizvraag
Als ik een hypotheeklening heb van EUR 200.000 en de rente die ik moet betalen is 4% per jaar. hoeveel rente betaal ik dan in het 1e jaar?
A
80.000
B
10.000
C
8.000
D
800
Slide 6 - Quizvraag
Waar uit bestaat een annuiteit?
Slide 7 - Open vraag
Stel je hebt een annuiteitenhypotheek van EUR 200.000 voor 20 jaar. Je annuiteit per jaar bedraag EUR 15.000.
Hoeveel rente betaal je dan in 20 jaar in totaal?
Hoeveel rente betaal je dan in 20 jaar in totaal?
A
100.000
B
15.000
C
kun je niet uitrekenen
D
5.000
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Bereken de opgebouwde rente na 2 jaar
sparen €1.000 op een rekening tegen 1,5% enkelvoudige rente
sparen €1.000 op een rekening tegen 1,5% enkelvoudige rente
A
1,5 * 1000 = €1500,00
B
0,015 * 1.000 = €15
C
1,5% * 1.000 +
1,5 % * 1.000 = €30,00
D
((1,015)^2 * 1.000) - 1.000 = €30,26
Slide 10 - Quizvraag
Bereken de eindwaarde na 3 jaar sparen
bij een eenmalige storting van €1.000 op
de rekening tegen 2% rente (samengesteld)
bij een eenmalige storting van €1.000 op
de rekening tegen 2% rente (samengesteld)
A
2% * 3 + 1000 = 1.006
B
(1,02)^3 * 1000 = €1061,21
Slide 11 - Quizvraag
enkelvoudige interest
Je krijgt 0,5% per half jaar op je spaarrekening. Hoeveel is dat per jaar?
Je krijgt 0,5% per half jaar op je spaarrekening. Hoeveel is dat per jaar?
A
0,5%
B
0,5% * 2 = 1%
Slide 12 - Quizvraag
Je krijgt 0,5% samengestelde interest per half jaar, hoeveel is dat per jaar?
A
0,5%
B
0,5% * 2 = 1%
C
(1,005)^2 = 1,10025
