In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 10 min
Onderdelen in deze les
Spelling en woordvorming
M10 L3 woordtekens
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
voltooiïng
B
smeuig
C
egoïst
D
glooing
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
radio-uitzending
B
radioüitzending
C
radio uitzending
D
radiouitzending
Slide 3 - Quizvraag
Tot welk woordvormingsprincipe behoort radio-uitzending?
A
samenstelling met twee grondwoorden
B
samenstelling die geen zelfst. nmw. is
C
samenstelling van een grondwoord en een afleiding
D
afleiding van een samenstelling
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
aspirine-achtig
B
aspirine achtig
C
aspirineachtig
D
aspirineächtig
Slide 5 - Quizvraag
Tot welk woordvormingsprincipe behoort aspirineachtig?
A
samenstelling met twee grondwoorden
B
samenstelling die geen zelfst. nmw. is
C
samenstelling van een grondwoord en een afleiding
D
afleiding van een samenstelling
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
oudleerling
B
sintbernardshond
C
anti-Irakees
D
anti-diefstal
Slide 7 - Quizvraag
Tot welk woordvormingsprincipe behoort anti-Irakees?
A
samenstelling met twee grondwoorden
B
samenstelling die geen zelfst. nmw. is
C
samenstelling van een voorvoegsel en een afleiding
D
afleiding van een samenstelling
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
mini-rok
B
minirok
C
mini rok
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
cowboy's
B
café's
C
Renés verdriet
D
Frie's glimlacht
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
secretaris-generaal
B
secretaris generaal
C
secretarisgeneraal
Slide 11 - Quizvraag
Tot welk woordvormingsprincipe behoort secretaris-generaal?
A
samenstelling met twee grondwoorden
B
samenstelling die geen zelfst. nmw. is
C
samenstelling van een voorvoegsel en een afleiding
D
afleiding van een samenstelling
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
vacuüm
B
museüm
C
financiëel
D
officiele
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
coëfficient
B
coëfficiënt
C
coefficiënt
D
co-efficient
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
gsms
B
cd-tje
C
pc-gebruiker
D
gps'systeem
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
foto's in zwartwit
B
foto's in zwart-wit
C
foto's in zwart wit
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
tante's huis
B
shampoo's
C
bureaus
D
cadeau's
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
nek-aan-nek-race
B
nek-aan-nek race
C
nek-aan-nekrace
D
nekaannekrace
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze?
A
8-en
B
8'en
C
8en
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de correcte schrijfwijze? (a) creme de la creme
Slide 20 - Open vraag
Tot welk woordvormingsprincipe behoort crème de la crème?
Slide 21 - Open vraag
Maak opdracht 15 A p.375
Je hebt hiervoor tekst 4 en tekst 5 (Module 10) nodig.
Haal voor elk woordvormingsprincipe één voorbeeld uit elke tekst.
Post in de uploadzone M10 L3 woordvorming een foto van jouw gemaakte oefening.
Slide 22 - Tekstslide
Bestudeer spelling woordtekens
Bekijk de theorie aan de hand van filmpjes die je vindt bij het YouTubekanaal Arnoud Kuijpers of gebruik de link die je vindt in de volgende dia.
Gebruik het zoekvak of kies bij populaire video's voor 'spellingregels'.
Maak notities. Deze breng je volgende les mee.
Volgende les maken we hierop verder oefeningen. TIP: Je vindt via dezelfde link ook extra oefeningen op woordtekens. Op Smartschool zijn ook extra oefeningen terug te vinden.