Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefenstof Taalverzorging H1-4
Oefenstof Taalverzorging H1-4
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Oefenstof Taalverzorging H1-4
Slide 1 - Tekstslide
Bekijk eerst de theorie van Taalverzorging h1 (hoofdletters, leestekens, (lastige) werkwoorden)
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer gebruik je geen hoofdletter? Kies uit:
A
aan het begin van een zin
B
bij namen van rivieren
C
bij namen van seizoenen
D
bij woorden die van namen zijn afgeleid
Slide 3 - Quizvraag
Wanneer gebruik je geen komma? Kies uit:
A
tussen twee persoonsvormen
B
na een naam of uitroep aan het begin van een zin
C
tussen delen van een opsomming (behalve de laatste 2 delen)
D
na voegwoorden zoals: omdat, terwijl, nadat, toen, want
Slide 4 - Quizvraag
Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
elke zaterdag koopt patrick een telegraaf.
Slide 5 - Open vraag
Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
’s avonds ga ik hardlopen bij het paterswoldsemeer.
Slide 6 - Open vraag
Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
weerman van den berg voorspelde regen in het oosten van het land.
Slide 7 - Open vraag
Plaats de juiste leestekens:
Toen we bij het voetbalstadion aankwamen bleek dat we onze tickets vergeten hadden
Slide 8 - Open vraag
Plaats de juiste leestekens:
Ik heb geen commentaar zei de wethouder tegen de journalist
Slide 9 - Open vraag
Plaats de juiste leestekens:
De douanier vroeg of hij onze paspoorten mocht zien
Slide 10 - Open vraag
Plaats de juiste leestekens:
De huisarts zei Het is geen longontsteking
Slide 11 - Open vraag
Plaats leestekens EN hoofdletters:
de manager belde 112 want hij vertrouwde de situatie niet
Slide 12 - Open vraag
Het gesprek tussen Pien en haar moeder ..... (ontaarden) weer in ruzie.
A
ontaarde
B
ontaardde
C
ontaardte
D
ontaarte
Slide 13 - Quizvraag
Volgende week ......(begeleiden) meneer Alblas de excursie naar het Mediapark.
A
begeleidde
B
begeleid
C
begeleit
D
begeleidt
Slide 14 - Quizvraag
Bekijk eerst de theorie van Taalverzorging h2 (pv in samengestelde zinnen, aan elkaar of los)
Slide 15 - Tekstslide
Het bange meisje ... (worden, vt) door de tandartsassistente ... (kalmeren).
A
wordt, gekalmeerd
B
werd, gekalmeerd
C
word, gekalmeerdt
D
werd, gekalmeert
Slide 16 - Quizvraag
Je ha... het me nog zo beloof...
A
had, belooft
B
had, beloofd
C
had, beloofdt
D
hat, belooft
Slide 17 - Quizvraag
Als ... dit jaar wereldkampioen schaatsen wordt, word ... gek.
A
ik, ik
B
jij, hij
C
jij, ik
D
ik, jij
Slide 18 - Quizvraag
Wat schrijf je niet aan elkaar?
A
getallen tot en met het woord duizend
B
getallen vanaf het woord duizend
C
samenstellingen
D
samengestelde aardrijkskundige namen
Slide 19 - Quizvraag
Voorzetsels met woorden als er-, daar-, hier- en waar- schrijf je aan elkaar
A
juist
B
niet juist
Slide 20 - Quizvraag
Wat is goed?
A
achterop, binnen uit
B
Noord-Holland, lange-afstandsloper
C
driemiljoen, vierhonderdduizend
D
opschrijven, Zuid-Europeaan
Slide 21 - Quizvraag
Bekijk eerst de theorie van Taalverzorging h3 (tussenletters, werkwoordspelling, verwijswoorden)
Slide 22 - Tekstslide
Welke samenstellingen zijn goed gespeld?
A
niveau-indeling chocoladeeitjes
B
niveauindeling chocolade-eitjes
C
niveauindeling chocoladeeitjes
D
niveau-indeling chocolade-eitjes
Slide 23 - Quizvraag
Andries Noppert, de toren van Joure, is
A
beregoed
B
berengoed
Slide 24 - Quizvraag
Welke woord is fout gespeld?
A
reuzegezellig
B
karatetrap
C
karate-examen
D
informatieuitwisseling
Slide 25 - Quizvraag
De regel: het woord heeft een meervoud op -n en -s geldt voor:
A
idee
B
reus
C
tarwe
D
seconde
Slide 26 - Quizvraag
Waarom is het spinnewiel?
A
het eerste deel heeft een meervoud op -s
B
het eerste deel heeft een versterkende betekenis
C
het eerste deel heeft een meervoud op -n
D
het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord, maar een werkwoord
Slide 27 - Quizvraag
De jongen ... zij verliefd is, heet Jan.
A
waarop
B
op wie
Slide 28 - Quizvraag
Heb jij ..... dat je moest maken al af?
A
de opdracht
B
het werkstuk
Slide 29 - Quizvraag
Daar is ... met wie opa altijd wandelt
A
de hond
B
de mevrouw
Slide 30 - Quizvraag
Vul het bijvoeglijk naamwoord in:
De .... (vluchten) crimineel zit nu vast.
Slide 31 - Open vraag
Vul een bijvoeglijk naamwoord in:
De ... (roven) kunstschatten zijn weer terecht.
Slide 32 - Open vraag
Vul een bijvoeglijk naamwoord in:
Het .... (juichen) publiek was voor het Nederlands elftal.
Slide 33 - Open vraag
Het door brand ... gebouw werd afgebroken.
A
verwoeste
B
verwoestte
Slide 34 - Quizvraag
Hij ... de foto van zijn opa.
A
vergrote
B
vergrootte
Slide 35 - Quizvraag
Zij ... zich nogal wat.
A
verbeeldde
B
verbeelde
Slide 36 - Quizvraag
Bekijk eerst de theorie van Taalverzorging h4 (herhaling, als/dan, werkwoordspelling)
Slide 37 - Tekstslide
Geeft de vergrotende en overtreffende trap van: boos, enthousiast en veel
Slide 38 - Open vraag
Marcel is goed in wiskunde, maar Soraya is nog beter als/dan hem/hij.
A
als hij
B
dan hij
C
als hem
D
dan hem
Slide 39 - Quizvraag
Volgens mij krijg jij veel meer aandacht van de docent als/dan ik/mij.
A
als ik
B
dan ik
C
als mij
D
dan mij
Slide 40 - Quizvraag
Onze trainer denkt dat het andere team net zoveel kans maakt als/dan ons/wij.
A
als ons
B
dan ons
C
als wij
D
als ons
Slide 41 - Quizvraag
Deze spijkerbroeken ......(kosten) vorige week nog 10 euro meer dan nu
Slide 42 - Open vraag
Afgelopen woensdag .......(strijden) de zwemmers om het wereldkampioenschap
Slide 43 - Open vraag
Ik heb de prijs van de tomaten ......(navragen) bij de groenteafdeling.
Slide 44 - Open vraag
Joachim betree... stralen... het erepodium
A
betreet, stalent
B
betreed, stralend
C
betreedt, stralendt
D
betreedt, stralend
Slide 45 - Quizvraag
Hoe hard moet je nog leren en oefenen voor de toets Nederlands
HEEL hard! Ik had veel te veel fouten
Nou, ik moet er nog best wat aan doen...
Valt mee, ik had al best veel vragen goed
Ik hoef niets meer te doen, ik weet ALLES!
Slide 46 - Poll
Meer lessen zoals deze
Oefenstof Toetsweek 2 (Taalverzorging)
December 2022
- Les met
46 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 4
September 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Oefentoets taalverzorging H3
Januari 2024
- Les met
46 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Dwarsdoorsnede taalverzorging H1-6
April 2021
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Spelling blok 1 ha1
September 2020
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3TD - H3 Taalverzorging: Woordsoorten
December 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
3 Basis week 20 les 2
Mei 2021
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Spelling
Maart 2023
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1