2H Lezen §2 Tekstverbanden en signaalwoorden (1)

Welkom!
Vandaag:
10 minuten lezen
Proefwerkweek: paragraaf 1 en 2 'meer dan lezen'
Start Lezen Paragraaf 2: tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Vandaag:
10 minuten lezen
Proefwerkweek: paragraaf 1 en 2 'meer dan lezen'
Start Lezen Paragraaf 2: tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

- Ik kan het chronologisch, concluderend, opsommend, tegenstellend en toelichtend verband herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Lezen §2: Tekstverbanden en signaalwoorden
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen. 
Die samenhang is een tekstverband
Door te letten op verbanden in de tekst, kun je een tekst beter begrijpen. 
Je kunt de verbanden herkennen aan signaalwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen §2: Tekstverbanden en signaalwoorden
Chronologie: geeft de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde aan. O.a. daarna, dan eerst, later, straks, nadat, nu, terwijl, morgen. Ook jaartallen en data horen hierbij!

Conclusie: de auteur trekt een conclusie uit eerdere informatie in de tekst. Al met al, concluderend, daarom, dat houdt in, dus.

Slide 4 - Tekstslide

Lezen §2: Tekstverbanden en signaalwoorden
Opsomming: bepaalde zaken worden achter elkaar 
geschreven (bij elkaar opgeteld). O.a. bovendien, daarnaast, en, niet alleen ... (maar) ook, ook, ten eerste, verder, vervolgens.
Ook liggende streepjes (-), getallen (1, 2, 3) en 'dots' (*).

Slide 5 - Tekstslide

Lezen §2: Tekstverbanden en signaalwoorden
Tegenstelling: laat tegengestelde zaken zien. O.a. aan de ene kant ... aan de andere kant, tegenover, daarentegen, echter, hoewel, maar, ofschoon, ondanks dat, toch.

Toelichting: geeft extra informatie bij iets, vaak in de vorm van een voorbeeld. O.a. als, bijvoorbeeld, denk (maar) aan, neem nou, zo, zoals.

Slide 6 - Tekstslide

Oefening
Zoek in de volgende zinnen het signaalwoord. Bepaal vervolgens met welk tekstverband je te maken hebt.

Slide 7 - Tekstslide

Myra's broertje is goed in verdedigingssporten zoals aikido.
A
chronologisch verband
B
concluderend verband
C
opsommend verband
D
toelichtend verband

Slide 8 - Quizvraag

Volgens de docent zijn de wiskundeopgaven moeilijk, maar ze gaan me eigenlijk best goed af.
A
chronologisch verband
B
concluderend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 9 - Quizvraag

Op zaterdag gaat Robin eerst voetballen, daarna spreekt hij met zijn vrienden af op de skatebaan.
A
chronologisch verband
B
concluderend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband

Slide 10 - Quizvraag

Als je een cake wilt bakken, heb je onder meer boter, bloem en eieren nodig.
A
chronologisch verband
B
concluderend verband
C
tegenstellend verband
D
opsommend verband

Slide 11 - Quizvraag

Je kunt dus wel stellen dat we veel geleerd hebben tijdens de geschiedenisles.
A
chronologisch verband
B
concluderend verband
C
tegenstellend verband
D
opsommend verband

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat: Lees de tekst Stormloop bij pizza-automaat op bladzijde 11 in je boek. Maak vervolgens de opdracht.
Hoe: individueel
Tijd: 15 minuten --> niet klaar? huiswerk




timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide