Lezen §4: Tekstverbanden en signaalwoorden
Opsomming: bepaalde zaken worden achter elkaar
geschreven (bij elkaar opgeteld). O.a. bovendien, daarnaast, en, niet alleen ... (maar) ook, ook, ten eerste, verder, vervolgens.
Ook liggende streepjes (-), getallen (1, 2, 3) en 'dots' (*).