A3 - Cours 46 | Unité 3 - Adverbe #1

Bienvenue!

> Connectez-vous sur LessonUp
> Cahier + Stylo



Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik de beschrijving van een monument begrijpen.
  • ... begrijp ik wat een 'adverbe' is en hoe ik deze moet toepassen.

Unité 3 'L'Afrique Francophone'
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

> Connectez-vous sur LessonUp
> Cahier + Stylo



Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik de beschrijving van een monument begrijpen.
  • ... begrijp ik wat een 'adverbe' is en hoe ik deze moet toepassen.

Unité 3 'L'Afrique Francophone'

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le programme
Les devoirs - het huiswerk
> Unité 3 - apprendre 5  samenvatting + faites & corrigez: exercices 17+18
  • Révision: monuments  - 5'
  • Explication: adverbe - 10'

  • Au travail: exercices 15, 16 + 17 - 25'

Slide 2 - Tekstslide

liedje voor de adverbe & congolees:
Comment présenter un monument (1/2)
1. Vous pouvez vous servir des adjectifs suivants :
BEAU, MAGNIFIQUE, CULTUREL, HISTORIQUE, EXTRAORDINAIRE, ANCIEN, TOURISTIQUE, ATTRACTIF, MYTHIQUE, FORMIDABLE, GRAND, PETIT.


2. Vous pouvez utiliser les expressions suivantes pour :
DIRE OÙ VOUS ÊTES : Nous sommes ... (+ lieu)





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Comment présenter un monument (2/2)
PRÉSENTER VOTRE MONUMENT :
Ici, c'est ... (+ nom du monument)
Ce monument s'appelle… (+ nom du monument)
Voici... (+ nom du monument)
Je vous présente… (+ nom du monument)
DÉCRIRE VOTRE MONUMENT :
 Ce monument, c'est un monument ... (+ adjectif) parce que ...
 Il a été construit ... (+ date)
 Il a été construit en mémoire de … (+ nom)
 Ce monument symbolise ... (+ nom ou groupe nominal)
 Ce monument est ... (+ adjectifs)


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ce monument, c'est un monument longue. - Il a été construit 16 december 1913. - Il a été construit en mémoire de Anton van Wouw. - Ce monument symbolise les femmes et les enfants pendant la guerre paysanne. - Ce monument est grande
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Le monument est très haut. Il a une sculpture bronze. Il est très beau. Il est grand et magnifique. Il a été construit dans 2009.
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ce monument, c'est un monument belle parce que original. Il a été construit 16 décembre 1938. Il a été construit en mémoire de voortrekkers. Ce monument symbolise réconciliation et construction de la nation, certains groupes sont encore sceptiques. Ce monument est grand.
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adverbe
(bijwoord)

Slide 9 - Woordweb

Qu'est-ce que vous voyez sur l'image ?
Selon vous, cette scène se passe dans quel continent ? Pourquoi ?
Pistes de corrections/Corrigés :
On voit une ville ; on voit un rond-point ; on voit des véhicules ; on voit des personnes ; etc.
Cette scène se passe en Afrique parce que...

Adverbe vs adjectif
  • Cette photo est très simple.
  • Tu peux expliquer plus simplement?
  • Sophie est sportive.
  • Sophie joue sportivement au volley-ball.
  • C'est un bon repas.
  • J'ai bien mangé!
  • Tu es mauvais!
  • J'ai mal dormi.

Slide 10 - Tekstslide

Pistes de corrections / Corrigés :
• C'est un extrait de documentaire.
• C'est un journaliste, un guide, un habitant du quartier, un jeune artiste, etc.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Avantages


- Les adverbes sont invariables.....
- En général: adjectif + MENT

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1
maak een bijwoord
Stap 2
maak een bijwoord
Stap 3
maak een bijwoord
+ ment
Maak het bijv. nw vrouwelijk
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijwoord
Bijvoeglijk nw
bon
mal
belle
méchant
très
souvent
lent
longtemps
vrai
bien
trop
doux
mieux

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over:
Een bijwoord zegt iets over :
een zelfstandig naamwooord

een werkwoord
een ander bijwoord
een ander bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zegt het bijwoord wat over in de volgende zinnen?
Il court vite
Elle chante très bien.
Ils sont vraiment contents.
bijwoord
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Waarover zegt een bijwoord iets?
Bijvoegelijk + bijwoord
Bijvoegelijk + bijwoord
over de hele zin
over een ander bijwoord
over een bijvoeglijk naamwoord
over een werkwoord
fatal 
faible 
pauvre 
brutal 
silencieux 
actuel
Joli
poli 
vrai
gentil
Il écrit très lentement
actuel+ment
C’est très beau
Il parle poliment
silencieux+ment
pauvre+té
faible+ment
actuelle+ment
brutale+ment
brutal+ment
fatale+ment
faibl+ment
pauvre+ment
Malheureusement, je ne suis pas totalement crevé (uitgeput)
silencieuse+ment
fatal+ment
joliment
joliement
poliment
poliement
vraiment
vraiement
gentiment
gentillement

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Au travail! > les devoirs
  • Apprendre 5 - Unité 3 (p.91-92)
  • Faites: exercices 15+16 + 17 +18 (p. 76-77)
  • Corrigez: exercices 15+16+17+18
    > kijk na via HBL ELO
    > verbeter je fouten met een andere kleur.

Aan het einde van deze les .....
... kan ik de beschrijving van een monument begrijpen.
... begrijp ik wat een 'adverbe' is en hoe ik deze moet toepassen.
Youtube explication Adverbe
Unité 3 - Exercice 16, p.76

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies