Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen en rijken.
Je kunt de cel kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk.
Slide 2 - Tekstslide
Wat voor cel is dit?
Slide 3 - Tekstslide
Wat voor cel is dit?
Slide 4 - Tekstslide
Groepen maken
Hoe?
Aan de hand van kenmerken: kenmerken zijn eigenschappen waarmee je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen.
Je deelt de organismen dus in aan de hand van kenmerken die ze allemaal hebben en dus overeenkomsten hebben.
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdgroepen en rijken
Er zijn 2 hoofdgroepen:
Prokaryoten en Eukaryoten
Deze groepen kun je indelen in rijken.
Prokaryoten: Archea en bacteriën
Eukaryoten: chromista, protozoa, schimmels, planten en dieren.
Mensen vallen onder de dieren.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een rijk?
naam voor verdere indeling van een hoofdgroep
Slide 8 - Tekstslide
Eencellig en meercellig
Organismen die uit 1 cel bestaan noemen we eencellig. Bijv: bacteriën en archea en schimmels
Organismen die uit meer cellen bestaan noemen we meercellig:
Bijv: planten, dieren en schimmels (zijn er ook eencellig).
Je kijkt ook naar de kenmerken van de cel:
Slide 9 - Tekstslide
Celkenmerken
• Celkern. De cellen van eukaryoten hebben een celkern. De cellen van prokaryoten niet. Bacteriën en archaea zijn organismen zonder celkern.
• Celwand. Dieren hebben geen celwand om hun cellen. De cellen van bacteriën, archaea, schimmels en planten hebben wel een celwand.
• Bladgroenkorrels. Veel cellen van planten hebben bladgroenkorrels in het cytoplasma. Bacteriën, archaea, schimmels en dieren hebben geen bladgroenkorrels.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Het rijk van de dieren
Slide 13 - Tekstslide
Vertakkingsschema
De indeling van organismen in steeds kleinere groepen kun je weergeven in een vertakkingsschema.
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag! Mavo
Je mag nu BS 3.1 gaan maken.
Opdr. 1 t/m 8 moeten gemaakt worden
9 en 10 mag je maken als extra uitdaging.
Je mag in je groepje overleggen.
Succes!
Wat niet af komt is huiswerk voor de volgende les!
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag! BK
Je mag nu BS 3.1 gaan maken.
Opdr. 1 t/m 7 moeten gemaakt worden
Je mag in je groepje overleggen.
Succes!
Wat niet af komt is huiswerk voor de volgende les!