Hoofdstuk 4 observatie

Helpende plus
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Helpende plus

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen
De student kan :

observatiegegevens verzamelen: meten van pols, temperatuur (axillair, oraal en oor), bewustzijn en ademhaling/basiskennis observeren, hartslag, temperatuur, ademhaling, bewustzijn.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Observeren
Je kijkt hoe een client zich gedraagt en hoe het met hem gaat.

werkwijzen:
beschrijvende observatie: alles wat je ziet (nadeel: subjectief)
observatieschema: tellen
beoordelingsschaal/vragenlijst (bv pijnscorelijst)

Wat kun je observeren in de zorg?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Mevrouw de Vries heeft koorts, ze heeft een lichaamstemperatuur van 38,5 graden.
Is dit objectieve of een subjectieve beschrijving?
A
Objectief
B
Subjectief
C
allebei
D
weet ik nog niet

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb het vermoeden dat Erik zijn medicijnen niet inneemt.
Is dit een objectieve of subjectieve omschrijving?
A
Objectief
B
Subjectief
C
allebei
D
weet ik nog niet

Slide 8 - Quizvraag

Vitale functies
lichaamsfuncties om de mens in leven te houden:
  • Ademhaling
  • circulatie (hartslag en bloeddruk)
  • temperatuur
  • bewustzijn

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Ademhaling
je ademt zuurstof in en kooldioxide uit via de luchtwegen;

luchtwegen: neus en mondholte, keelholte, strottenhoofd en de luchtpijp, twee hoofdbronchien, kleine bronchien, longblaasjes.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Observeren ademhaling
  • snelheid meten (per minuut)
  • diepte en gelijkmatigheid bekijken
  • ritme (pauzes)
  •  luisteren
  • kijk ook naar het gelaat en huidskleur van cliënt

je observeert de ademhaling altijd zonder dat de cliënt dit weet!!

Slide 13 - Tekstslide

Ademfrequentie

volwassenen: 15-17
tieners: 12-20
kinderen van twee tot twaalf jaar: 20-30
zuigelingen: 30-50.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Het hart
Het hart pompt bloed rond in het lichaam
in het bloed zitten voedingsstoffen en zuurstof voor de organen en spieren


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

het hart

Slide 20 - Tekstslide

De bloedsomloop

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

de hartslag
waarnemen bij: 
de slaap
de hals
de pols (meestal)
de lies

tel per minuut en nooit met je eigen duim!!

Slide 23 - Tekstslide

tellen van de hartslag
frequentie (aantal slagen per minuut) 
ritme (tussenpozen, regelmatig/onregelmatig)
kracht (sterk?)

zoek het protocol op vilansprotocollen

Slide 24 - Tekstslide

Frequentie 
Het gemiddelde aantal hartslagen per minuut is bij:

baby’s: 120 - 140
kinderen: 90 - 110
volwassenen: 60 - 100.
in rust.

Slide 25 - Tekstslide

De bloeddruk
De bloeddruk is de kracht waarmee het bloed tegen de wand van een slagader drukt.

De bovendruk is de hoogste waarde van het bloeddruk meten
(hart trekt samen)

De onderdruk is de laagste waarde van het bloeddruk meten.
(hart ontspant)

Slide 26 - Tekstslide

normale bloeddruk= 120/80 mmHg
te hoog= 145/90 mmHg

bij 60+ mag de bloeddruk wat hoger zijn.


Wat doe je als je een afwijkende bloeddruk meet?

Slide 27 - Tekstslide

Handelingen:

Ademhaling observeren
Pols tellen
Bloeddruk meten


Eventueel:
tillift/glijzijl
Maken:

H 4.1 t/m H4.7 

Opdrachten 
1, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 12

Slide 28 - Tekstslide

lichaamstemperatuur
Normaal= 36 tot 37,5 graden Celsius

onderkoeling= te lage temperatuur. spieren gaan trillen, kippenvel
koorts= te hoge temperatuur: zweten, hart sneller kloppen

afwijking is vaak een infectie

Slide 29 - Tekstslide

koorts
37,5 = verhoging
38= koorts 

Doen:
Zoek op uit welke 3 stadia koorts bestaat

Slide 30 - Tekstslide

Koudestadium

Slide 31 - Woordweb

Warmtestadium

Slide 32 - Woordweb

Transpiratiestadium

Slide 33 - Woordweb

meten van de lichaamstemperatuur
  • rectaal (anus)
  • tympaan (oor)
  • sublinguaal/oraal (onder de tong)
  • axillair (onder de oksel)
  • voorhoofd
noteer altijd hoe je hebt gemeten!

welke is het meest nauwkeurig?
welke is snel?

Slide 34 - Tekstslide

Tympaan (oor)
nauwkeurig

minder nauwkeurig wanneer iemand
  •  op het oor heeft gelegen
  • veel oorsmeer heeft

Slide 35 - Tekstslide

Voorhoofd
de lichaamstemperatuur wordt gemeten door te meten hoeveel infraroodstraling iemand zijn voorhoofd uitstraalt

is het snelst

Slide 36 - Tekstslide

Rectaal
meest nauwkeurig

let op ligging cliënt 


Slide 37 - Tekstslide

het bewustzijn
Hoe reageert iemand?

AVPU methode:
A= Alert (bewust van omgeving en tijd)
V= verbal (reageert op aanspreken maar niet op omgeving)
P=pain (reactie alleen op pijnprikkels)
U=unresponsive (bewusteloos, reageert niet)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Handelingen:

tempratuur 
rectaal, tympaan, voorhoofd

bewustzijn observeren


en:
oefenen/aftekenen vorige handelingen
Maken:

lezen 
H4.8 t/m H4.10

opdrachten 
13, 14, 15, 16, 18, 19


Slide 40 - Tekstslide

welke vitale functies ken je nog?

Slide 41 - Open vraag

Hoe groot is je hart?

Slide 42 - Open vraag

welk onderdelen van het hart ken je?

Slide 43 - Open vraag

waar meet je de hartslag?

Slide 44 - Open vraag

welke temperatuur is koorts?

Slide 45 - Open vraag

wat is de meest betrouwbare manier om de temperatuur te meten?

Slide 46 - Open vraag

bewustzijn controleren doen we volgens welke methode?

Slide 47 - Open vraag

timer
1:00
Wat heb jij onthouden?

Slide 48 - Woordweb

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 49 - Poll