In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Thema 2: organen en cellen
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Welke basisstoffen komen in deze thema aanbod?
Begrippen
Leerdoelen
Uitleg
Plenda
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Organen en cellen
2.1 - Organen van dieren
2.2 - Organen van planten
2.3 - Weefsels
2.4 - Cellen
Repetitie in toetsweek januari 2.1 t/m 2.4
Slide 3 - Tekstslide
Voor we beginnen
Vanaf nu gaan we meer oefenen met begrippen
Schrift mee om begrippen op te schrijven per paragraaf!
Begrippen - dikgedrukte woorden in het boek
Kennen voor de toets: betekenis en begrip
Slide 4 - Tekstslide
Doelen van deze paragraaf
Je kan organen benoemen in een torso en een doorsnede van de romp
Je kunt organen van orgaanstelsels benoemen in lichamen van mensen en dieren
Slide 5 - Tekstslide
Thema 2 - Organen en Cellen
Thema 2: Organen en Cellen
groot
organisme
orgaanstelsel
orgaan
weefsel
cel
klein
Slide 6 - Tekstslide
Organen
Orgaan: Deel van het lichaam met een bepaalde taak of functie
Voorbeelden?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Orgaanstelsels
Organen die samen werken aan een grotere taak
Slokdarm, maag en darmen werken samen -> verteringsstelsel
Veel orgaanstelsels in het lichaam
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Organen van andere dieren
Zoogdieren vaak dezelfde organen als mensen, liggen op dezelfde plaats
Andere soorten dieren hebben sommige andere organen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Waar of niet waar?
Een organisme is alles wat leeft
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een orgaan?
A
Een deel van een organisme met een of meer functies.
B
Een groep van samenwerkende organen die gezamenlijk een bepaalde functie hebben.
C
De bouwstenen van een organisme.
D
Een groep cellen van hetzelfde type.
Slide 16 - Quizvraag
Welk orgaan hoort NIET bij het ademhalingsstelsel?
A
hart
B
neusholte
C
longen
D
slokdarm
Slide 17 - Quizvraag
Is dit een orgaan?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een orgaanstelsel?
A
Een orgaan wat in de buikholte ligt
B
Een groep organen
C
Een groep weefsels die samenwerken aan taak
D
Een groep organen die samenwerken aan taak
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een orgaanstelsel?
A
Darmen
B
Longen
C
Skelet
D
Ruggenmerg
Slide 20 - Quizvraag
Heeft een kip organen? En heeft een worm organen?
A
Alleen een kip heeft organen
B
Alleen een worm heeft organen
C
Een kip en een worm hebben allebei organen
D
Geen van beide hebben organen
Slide 21 - Quizvraag
Thema 2 - Organen en Cellen
B1 - Begrippen
organisme
orgaanstelsel
orgaan
weefsel
cel
een levend wezen. een groep samenwerkende organen met een bepaalde functie.
een deel van een organisme die een bepaalde taak uitvoert een groep samenwerkende cellen met dezelfde vorm en functie. de kleinste bouwstenen van een organisme.