6. OB // correctie berekenen bij andere h.a. en contactlenzen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Oog en brilMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning 3VOPT1C













Toetsmomenten worden nog bepaald.
Dit is een voorlopige planning en kan nog wijzigen.
Lesweek:
Onderwerp:
week 1
Introductie, het emmetrope oog, brekend stelsel, brandpunt, 1e en 2e hoofdbrandpunt afstand, hoofdvlak, schematisch oog.
Zien van licht, beeldvorming menselijk oog, emmetroop oog, accommodatie, knooppunt, ametroop oog, myopie en hypermetropie.
week 2
Systeemmyoop, verte punt.
week 3
Asmyoop, kinderen en myopie, as-systeemmyopie.
week 4
Het corrigeren van de myopie, vertepunt, nabijpunt, accommodatiegebied, accommodatiediepte.
week 5
2e topafstand correctieglas, hoornvliesafstand, contactlenzen, accommodatie.
week 6
Systeemhypermetropie, ashypermetropie.
week 7
Hypermetropie bij kinderen, corrigeren van hypermetropie, lager/hoger, topdiepte.

Slide 2 - Tekstslide

Planning










Dit is een voorlopige planning en kan nog wijzigen.
Lesweek:
Onderwerp:
week 1
Introductie, het emmetrope oog, brekend stelsel, brandpunt, 1e en 2e hoofdbrandpunt afstand, hoofdvlak, schematisch oog.
week 2
Zien van licht, beeldvorming menselijk oog, emmetroop oog, accommodatie, knooppunt, ametroop oog, myopie en hypermetropie.
week 3
Systeemmyoop, verte punt.
week 4
Asmyoop, kinderen en myopie, as-systeemmyopie.
week 5 / 
Het corrigeren van de myopie, vertepunt, nabijpunt, accommodatiegebied, accommodatiediepte.
week 6
2e topafstand correctieglas, hoornvliesafstand, contactlenzen, accommodatie.
week 7
Systeemhypermetropie, ashypermetropie.
week 8 / TOETS
Hypermetropie bij kinderen, corrigeren van hypermetropie, lager/hoger, topdiepte.

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoelen:
Aan het einde van de week:
- kan je de nieuwe correctie bij een andere h.a. berekenen.
- kan je de sterkte van contactlenzen berekenen.
Theorieboek:
Bladzijde 44 tot en met 51.
Huiswerkopdrachten:
Opdracht 37 tot en met 48.

Slide 4 - Tekstslide

2e topafstand van het correctieglas (t'o)
Met de letter T'c  (topsterkte van de correctie) geven we de sterkte van de brilcorrectie aan.

De 2e topsafstand (t'c) is bepalend voor de juistheid van de correctie.
De 2e topsafstand (t'c) moet samenvallen met met het vertepunt.

Slide 5 - Tekstslide

2e topafstand van het correctieglas (t'o)
De afstand van de 2e top van het glas tot de top van het hoornvlies noem je de hoornvliesafstand. 
De som van de 2e topsafstand (t'c) (zonder min teken) >> hoornvliesafstand + 1,5 mm = gelijk aan de afstand van het vertepunt.
waarom 1,5 mm?
want H (hoofdvlak) ligt 1,5 mm achter de top van het oog.

Slide 6 - Tekstslide

Hoornvliesafstand
De hoornvliesafstand verschilt per persoon;

>> de vorm en het type van het montuur.
>> diepliggende of meer uitpuilende ogen.
>> de manier waarop de bril gedragen wordt.

Slide 7 - Tekstslide

Berekenen van de correctie, wanneer R bekend is







Vertepunt R = afstand van het hoofdvlak tot R. 
T'c moet samenvallen met R.
Het hoofdvlak ligt 1,5 mm achter de top van het oog.

Slide 8 - Tekstslide

Berekenen van de correctie, wanneer R bekend is
Het vertepunt ligt op een afstand van - 12 cm (- 120 mm).
Welke correctie heeft deze persoon nodig op een hoornvliesafstand (h.a.) van 12 mm?


a = h.a. + 1,5
t'c = r + a
T'c = 1 / t'c
a = 12 + 1,5 = 13,5 mm
t'c = r + a = -120 + 13,5 = -106,5 mm
T'c = 1 / t'c = 1 / -0,1065 = -9,29 dpt

afgerond - 9,25 dpt

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Voorbeeld 1
Het vertepunt ligt op 25 cm voor het hoofdvlak.
De h.a. is 10 mm.
Welke correctie heeft deze persoon nodig?

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Het vertepunt ligt op 33 cm voor het hoofdvlak.
De h.a. is 15 mm.
Welke correctie heeft deze persoon nodig?

Slide 12 - Tekstslide

De h.a. verandert
Een gecorrigeerde myoop heeft een sterkte van -10,0 dpt nodig op een h.a. van 12 mm.
De klant koopt een nieuw montuur waarbij de h.a. 16 mm wordt.

verschil h.a. = h.a. nieuw - h.a. oud
t'c nieuw = t'c oud +/- verschil h.a.
T'c nieuw = 1 / t'c nieuw
t'c oud = 1 / -10 = -0,1 m = -100 mm

verschil h.a. = 16 - 12 = 4 mm
t'c = -100 + 4 = -96 mm
T'c = 1 / -0,096 = -10,41 dpt 

afgerond -10,50 dpt

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld 3
In de pasbril zit een sterkte van -2,0 dpt op een h.a. van 18 mm.
Het montuur die de klant uitzoekt heeft een h.a. van 12 mm.
Welke sterkte voor de correctieglazen moet je bestellen?

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld 4
In de pasbril zit een sterkte van -12,0 dpt met een h.a. van 18 mm.
Het glas komt op een h.a. van 12 mm in het montuur.
Hoeveel moet je de correctie wijzigen?

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 37 tot en met 45 van het werkboek.

Slide 16 - Tekstslide

Contactlenzen
Contactlenzen worden rechtstreeks tegen het hoornvlies gedragen.
De diameter van een contactlens is vrij klein, waardoor ze bijzonder dun kunnen worden gemaakt.

De benodigde sterkte van een contactlens kun je niet rechtstreeks aan het oog meten, maar kan je wel berekenen.
De h.a. is dan gelijk aan nul.

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld 5
Je hebt een correctie van -6,0 dpt nodig op een h.a. van 14 mm.
Welke sterkte moet de contactlens krijgen?

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 46 tot en met 48 van het werkboek.

Slide 19 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoelen:
Aan het einde van de week:
- kan je de nieuwe correctie bij een andere h.a. berekenen.
- kan je de sterkte van contactlenzen berekenen.
Theorieboek:
Bladzijde 44 tot en met 51.
Huiswerkopdrachten:
Opdracht 37 tot en met 48.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen:
Bladzijde 44 tot en met 51
Maken:
Opdracht 37 tot en met 48
Voorbereiden:
Bladzijde 52 tot en met 60 

Slide 21 - Tekstslide