Oog en Bril // hoornvliesafstand

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
OptiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voorbereiding les
  • Tweede topsafstand van het correctieglas en de hoornvliesafstand. 

Slide 2 - Tekstslide

Tweede topsafstand
De tweede topsafstand (t'c) is bepalend voor de juistheid van correctie. 

In de afbeelding hier naast is de afstand van de tweede top (T'c tot R) aangegeven met de letter t'c. 

De tweede topsafstand moet samenvallen met het vertepunt.
Extra uitleg

Slide 3 - Tekstslide

Tweede topsafstand
De afstand van de tweede top van het glas tot de top van het hoornvlies noemen we de hoornvliesafstand (h.a.).

De som van de tweede topsafstand (zonder het minteken), hoornvliesafstand en 1,5 mm (want H ligt 1,5 mm achter de top van het oog) is gelijk aan de afstand van het vertepunt.

Slide 4 - Tekstslide

De hoornvliesafstand
De hoornvliesafstand verschilt per persoon. Dit hangt af van een paar factoren, namelijk:

  • De vorm en het type montuur.
  • Diepliggende of uitpuilende ogen.
  • De ene klant draagt zijn bril bijna tegen zijn ogen aan, terwijl de ander de bril halverwege zijn neus wil dragen.
Hoornvliesafstand
Er is dus variatie mogelijk in de hoornvliesafstand. Dat betekent dat de tweede topsafstand van het correctieglas ook anders zal moeten zijn bij een verandering van het hoornvlies.

Slide 5 - Tekstslide

Berekenen van de correctie wanneer je R weet
Voorbeeld 1
Het vertepunt ligt op een afstand van -120 mm. 
Welke correctie heeft deze persoon nodig op een h.a. van 12 mm?

Slide 6 - Tekstslide

Berekenen van de correctie wanneer je R weet
Voorbeeld 2
Het vertepunt ligt op een afstand van -118 mm. 
Welke correctie heeft deze persoon nodig op een h.a. van 10 mm?

Slide 7 - Tekstslide

Oefenopdracht 1
Probeer het nu zelf:

Een klant heeft een g.v.a. van +5,0 dpt. Met zijn nieuwe bril heeft hij een h.a. van 13 mm. Wat wordt de sterkte van het correctieglas?

Slide 8 - Tekstslide

Oefenopdracht 2
Een klant heeft een g.v.a. van +7,5 dpt. Zijn correctieglas heeft een sterkte van -8,25 dpt. 
Op welke afstand moet hij zijn bril zetten om scherp te kunnen zien?

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 41 tot en met 44 uit je werkboek.

(het klopt dat we een aantal opdrachten hebben overgeslagen, deze worden later behandeld)

Slide 10 - Tekstslide