Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordenschat les 7 - oefen PW + evaluatie les
Woordenschat
Zorg dat er een laptop op je tafel ligt.
Start de laptop op.
Pak je samenvatting en een markeerstift.
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woordenschat
Zorg dat er een laptop op je tafel ligt.
Start de laptop op.
Pak je samenvatting en een markeerstift.
Slide 1 - Tekstslide
Aanmelden SOMtoday
Ben je in de klas?
Spullen bij je?
Huiswerk af?
Boek controle
Slide 2 - Tekstslide
Doelen van de vorige les
Je hebt een samenvatting geschreven met daarin de belangrijkste begrippen.
Slide 3 - Tekstslide
Doelen van deze les
Aan het eind van de les weet je waar je staat en weet je wat je nog moet voorbereiden voor het PW.
Slide 4 - Tekstslide
een woord dat hetzelfde betekent
het woord wordt uitgelegd in de tekst
er worden voorbeelden genoemd in de tekst
het woord betekent precies het tegenovergestelde
je kunt een deel van het woord herkennen uit bijvoorbeeld een andere taal
Synoniemen
omschrijving of definitie
voorbeeld
herkennen van woorden
de tegengestelde betekenis
Slide 5 - Sleepvraag
Het synoniem van 'kolossale' is?
A
enorme
B
alleen
C
proef
D
eigenschap
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het synoniem van 'ravage' in de volgende zin?
De inbrekers hadden niets gestolen, maar wel een ravage achtergelaten. Nu moeten we de puinhoop opruimen.
Slide 7 - Woordweb
Een synoniem kun je vinden
A
tussen komma's
B
tussen haakjes
C
in dezelfde, volgende of vorige zin
D
antwoord A, B, C zijn allemaal goed.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een omschrijving/definitie?
Slide 9 - Open vraag
Wat is de omschrijving van 'emigreren' in de volgende zin?
Sommige Nederlandse auteurs emigreren. Ze verhuizen naar een ander land, omdat ze hopen dat ze daar beroemd worden.
A
verhuizen naar een ander land
B
hopen dat ze beroemd worden
C
Nederlandse auteurs
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de omschrijving van 'gerangschikt' in de volgende zin?
Thomas heeft zijn verzameling handtekeningen van bekende mensen gerangschikt (op volgorde gelegd) van oud naar nieuw.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het voorbeeld?
In de klas zijn er meerdere leuke boeken, bijvoorbeeld Mathilda, Cats en Harry Potter
A
Leuke boeken
B
bijvoorbeeld
C
Mathilda
D
Mathilda, Cats, Harry Potter
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord?
In de klas zijn er meerdere leuke boeken, bijvoorbeeld Mathilda, Cats en Harry Potter
A
Leuke boeken
B
bijvoorbeeld
C
Mathilda
D
Mathilda, Cats, Harry Potter
Slide 13 - Quizvraag
De signaalwoorden voor voorbeelden zijn?
Slide 14 - Open vraag
Welk signaalwoord hoort er op de puntjes?
De meeste zuivelproducten, ........ melk en kaas, bewaar je in de koelkast
A
als
B
zoals
C
bijvoorbeeld
D
een voorbeeld van
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een tegengestelde betekenis?
Slide 16 - Woordweb
Wat zijn de signaalwoorden van tegengestelde betekenissen
Slide 17 - Open vraag
Wat is het signaalwoord in de volgende zin?
Hoewel Huug op school heel ijverig is, is hij thuis juist heel lui.
A
Hoewel
B
de komma
C
is
D
lui
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de tegengestelde betekenis van Internationaal?
A
Nationaal
B
in ons land
C
buitenland
D
binnenland
Slide 19 - Quizvraag
voorvoegsel
achtervoegsel
On
Mis
loos
Vol
Her
lijks
Inter
wan
Slide 20 - Sleepvraag
Met veel
niet / slecht
opnieuw
tussen
zonder
elke
Verkeerd / zonder
on
(onaardig)
mis (mislukken)
her
(herexamen)
loos
(waardeloos)
vol (eervol)
lijks (wekelijks)
inter
(internationaal)
wan
(wangedrag)
Slide 21 - Sleepvraag
Ik ben klaar voor het proefwerk
ja
nee
bijna
Slide 22 - Poll
De lessen van het SO (les 1-2-3) ken ik
ja
nee
bijna
Slide 23 - Poll
Les 4 - voorbeelden - deze ken ik en kan ik toepassen.
ja
nee
bijna
Slide 24 - Poll
Les 4 - ik ken de signaalwoorden voor voorbeelden
ja
nee
bijna
Slide 25 - Poll
Les 5 - tegengestelde betekenissen - deze ken ik en kan ik toepassen
ja
nee
bijna
Slide 26 - Poll
Les 5 - ik ken de signaalwoorden voor tegengestelde betekenissen
ja
nee
bijna
Slide 27 - Poll
Les 6 - woorddelen herkennen - dit kan ik toepassen
ja
nee
bijna
Slide 28 - Poll
Les 6 - ik weet wat de voor- en achtervoegsels betekenen die aanbod zijn gekomen bij opdracht 1
ja
nee
bijna
Slide 29 - Poll
Meer lessen zoals deze
Woordenschat les 4 - oefen SO + evaluatie les
Februari 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
LessonUp 7: woordraadstrategie 2: een omschrijving zoeken
September 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
10/10 h2 woordenschat omschrijving les 1 1mh
Oktober 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
WS2 - Les 3
Oktober 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
LessonUp 7: Woordraadstrategie 2: een omschrijving zoeken
September 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
DEF@ctO | les 12 | VO1 | deel 3 | Vincent van Gogh
Augustus 2024
- Les met
32 slides
door
NTC DEF@ctO nl E.E
Nederlands
Lezen
+1
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
NTC DEF@ctO nl E.E
Ma 3 okt Homoniemen en Homofonen
September 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Woordraadstrategieën
September 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1