Woordraadstrategieën

https://lessonup.app/
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

https://lessonup.app/

Slide 1 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
woord-raad-strategieën

Slide 2 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
In deze les leer je drie woordraadstrategieën herkennen en toepassen:
  1.  synoniemen
  2. omschrijvingen
  3. voorbeelden

Slide 3 - Tekstslide

Even nadenken

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor vorst in:
de vorst zat op zijn troon.

Slide 5 - Woordweb

Wat is een ander woord voor traag in:
de tijd gaat erg traag.

Slide 6 - Woordweb

Synoniemen
Woorden die (ongeveer) dezelfde betekenis hebben.

Schrijf bij de volgende dia's op wat het synoniem van het genoemde woord is.

Slide 7 - Tekstslide

Zo zoek je een synoniem:
Kijk of in dezelfde zin een synoniem staat. Zo niet, lees dan ook de zin voor het moeilijke woord en de zin erna

Bij een synoniem gaat het om één woord dat dezelfde betekenis heeft als het onbekende woord.
- Amin transpireert in de zon. Hij rent over het voetbalveld en zweet enorm.

Slide 8 - Tekstslide

Mijn nichtje is recent getrouwd. Ken jij ook iemand, die onlangs is getrouwd?
Woord = recent

Slide 9 - Open vraag

Anouk krijgt individueel pianoles, want ze kan zelf de muziek kiezen als ze alleen les heeft.
Woord: individueel

Slide 10 - Open vraag

Het is een experiment om de lessen een half uur eerder te laten beginnen. Na de proef wordt besloten of het zo blijft.
Woord: experiment

Slide 11 - Open vraag

Omschrijving
Een moeilijk woord wordt met meerdere woorden uitgelegd.

Je vindt een omschrijving vaak tussen haakjes of komma's, in dezelfde zin of in de zin ervoor of erna.

Schrijf bij de volgende dia's de omschrijving van het opgegeven woord op.

Slide 12 - Tekstslide

Thomas heeft zijn verzameling handtekeningen van bekende mensen op alfabet gerangschikt (op volgorde gelegd).
Woord: gerangschikt

Slide 13 - Open vraag

Sommige muzikanten krijgen veel post van hun bewonderaars. Meestal beantwoorden ze hun fanmail niet zelf.
Woord: fanmail

Slide 14 - Open vraag

Voorbeelden
Soms worden er voorbeelden gegeven van een moeilijk woord.

Je herkent voorbeelden vaak aan
- (signaal)woorden als: bijvoorbeeld, zoals, een voorbeeld van...
-soms staat het tussen haakjes of komma's
-na een dubbele punt :

Slide 15 - Tekstslide

Op Koningsdag speelden veel kinderen in het park op blaasinstrumenten: dwarsfluit, saxofoon en trompet.
Woord: blaasinstrumenten

Slide 16 - Open vraag

Bij het huwelijk van de Zweedse prins waren veel royalty's aanwezig, zoals de koningin van Denemarken en de Noorse kroonprins.
Woord: royalty's

Slide 17 - Open vraag

Meer dan lezen, paragraaf 1
Voor de kantlijn: 
-nummer van de opdracht.

Denk aan hoofdletters en punten als je een antwoord opschrijft.
Schrijf een goede zin op.

Maak in je lesboek:

Slide 18 - Tekstslide