les 3 - 26 maart 2024

les 3 - 26 maart 2024
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

les 3 - 26 maart 2024

Slide 1 - Tekstslide

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Tekstslide

Au programme
  • correction des devoirs

  • grammaire I

  • évaluer

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Le but


Het aanwijzend voornaamwoord gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Regarder la télé ? ... ne m'interesse pas.
Vul in het Frans in: dat
A
ce
B
ça
C
celui
D
celle

Slide 16 - Quizvraag

Tu préfères ... livre-ci ou celui-là ?
Vul in het Frans in: dit
A
ce
B
cet
C
celui
D
celle

Slide 17 - Quizvraag

Tu restes dans ... hôtel ?
Vul in het Frans in: dit
A
ce
B
cet
C
celui
D
celle

Slide 18 - Quizvraag

Quelle méthode est la meilleure, … qui a été publiée à Paris ?
Vul in het Frans in: die
A
ce
B
cette
C
celui
D
celle

Slide 19 - Quizvraag

Quelle méthode est la meilleure, … qui a été publiée à Paris ?
Vul in het Frans in: die
A
ce
B
cette
C
celui
D
celle

Slide 20 - Quizvraag

au travail-
les devoirs

Je t'aime
apprendre aanwijzend voornaamwoord
faire 11 A -D





Slide 21 - Tekstslide

Ce bon prof de français, c’est … dont tu m’as parlé ?
Vul in het Frans in: degene
A
ce
B
cette
C
celui
D
celle

Slide 22 - Quizvraag

Het aanwijzend voornaamwoord gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

au revoir! 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Stappenplan aanwijzend voornaamwoord

1. Staat er een zelfstandig naamwoord achter het in te vullen gat? 
Ja, kies uit: ce, cet, cette, ces.
Nee? Ga naar stap 2

Slide 27 - Tekstslide

2. Wordt er verwezen naar een zelfstandig naamwoord of een handeling?
Zelfstandig naamwoord, kies uit: celui, celle, ceux, celles
Handeling: kies uit ça/cela

Slide 28 - Tekstslide