Lesefertigkeit - K6 (Aufgabe 13)
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Einleitung (inleiding): Waarvoor worden de 'gouden handboeien' uitgereikt
Slide 8 - Open vraag
Welk woord geeft in alinea 1 een tegenstelling aan?
A
der Grund (r. 15)
B
trotz (r. 14)
C
leer (r. 17)
Slide 9 - Quizvraag
Alinea 1:
Waarom is de bedrijfsleider niet boos?
Waarom is de bedrijfsleider niet boos?
Slide 10 - Open vraag
Alinea 1:
Aan welk woord in de tekst zie je de uitleg waarom de bedrijfsleider dit voorval wel grappig vindt?
Aan welk woord in de tekst zie je de uitleg waarom de bedrijfsleider dit voorval wel grappig vindt?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Alinea 2:
Aan welk Duits woord herken je de plek WAAR de auto te snel gereden heeft?
Aan welk Duits woord herken je de plek WAAR de auto te snel gereden heeft?
Slide 13 - Woordweb
Alinea 2:
Wat is de smoes voor het te hard met de auto rijden?
Wat is de smoes voor het te hard met de auto rijden?
A
De auto is gewassen en wordt zo netjes op.
B
De bestuurder wilde nog snel even de auto wassen.
Slide 14 - Quizvraag
Alinea 2 - richtig / falsch:
De dader krijgt een boete van 240 euro, een taakstraf van 30 uur en een maand rijontzegging.
De dader krijgt een boete van 240 euro, een taakstraf van 30 uur en een maand rijontzegging.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Alinea 3: Waarom zijn de daders zonder problemen opgepakt?
Ze hadden de actie goed voorbereid.
De daders zijn zonder handschoenen te werk gegaan. Daardoor konden ze herkend worden.
De politie kon de daders tijdens de achtervolging oppakken.
Slide 17 - Sleepvraag
Alinea 4: Vertel in je eigen woorden waarom de overval op de Burger King mislukt?
Slide 18 - Open vraag
Alinea 4: nur
Alinea 4: darum
Alinea 4: erwidern
alleen maar
daarom
antwoorden
Slide 19 - Sleepvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Alinea 5: Welk Duits woord uit alinea 5 betekent hetzelfde als "Mittäter"?
Slide 22 - Open vraag
Alinea 5:
Waarom past de titel "Täter mit Manieren" bij de inhoud van alinea 5?
Waarom past de titel "Täter mit Manieren" bij de inhoud van alinea 5?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Alinea 6: Beschrijf in eigen woorden wat er in de nacht in de supermarkt in Rostock gebeurd is.
Slide 25 - Woordweb
Alinea 6 - richtig / falsch:
De politie dacht dat de dader het slachtoffer was, omdat de dader zijn been gebroken had.
De politie dacht dat de dader het slachtoffer was, omdat de dader zijn been gebroken had.
