In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Zintuigen
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les
Na deze les weet je dat het zintuigenstelsel uit 10 zintuigen bestaat.
Na deze les weet wat een adequate prikkel is én kun je ze benoemen bij elk zintuig.
Na deze les weet je wat een drempelwaarde is én hoe je deze moet toepassen.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe?
- uitdelen boekje, uitleg werkwijze
- uitleg en aantekening drempelwaarde
- uitleg 10 zintuigen
- aan de slag
- doelencheck
-HW
Slide 3 - Tekstslide
Welke zintuigen ken je?
Slide 4 - Woordweb
Wat is de functie van een zintuig?
A
Impulsen omzetten naar prikkels en naar de hersenen sturen
B
Prikkels maken en doorsturen naar de hersenen
C
Prikkels omzetten naar impulsen en naar de hersenen sturen
D
Impulsen maken en doorsturen naar de hersenen
Slide 5 - Quizvraag
Adequate prikkels
Slide 6 - Tekstslide
Zintuigen
Prikkeldrempel en drempelwaarde:
Prikkel moet een bepaalde sterkte hebben voordat een zintuigcel kan reageren.
Sterkte die nodig is, noemen we drempelwaarde.
Slide 7 - Tekstslide
adequate prikkel
Slide 8 - Tekstslide
De tong
In de tong liggen smaakknopjes
Deze bevatten smaakzintuigcellen
Er zijn maar 5 soorten smaakzintuigcellen:
zoet, zuur, zout, bitter, umami
De smaakzintuigcellen geven een impuls
door via de zenuwen naar de hersenen
Slide 9 - Tekstslide
welk orgaan speelt naast de smaakpapillen op de tong een belangrijke rol bij smaakvorming?
A
de keelholte
B
de huig
C
de neus
Slide 10 - Quizvraag
Hoe ruik je?
Je ruikt met je reukzintuig
Het reukzintuig is deel van het neusslijmvlies
Geurstoffen komen via de lucht bij het reukzintuig
Slide 11 - Tekstslide
In hoeverre heb je het onderstaande doel behaald? (0 = niet 100 is helemaal) '" Na deze les weet je dat het zintuigenstelsel uit 10 zintuigen bestaat"
Slide 12 - Poll
In hoeverre heb je het onderstaande doel behaald? (0 = niet 100 is helemaal) "Na deze les weet wat een adequate prikkel is én kun je ze benoemen bij elk zintuig."
Slide 13 - Poll
In hoeverre heb je het onderstaande doel behaald? (0 = niet 100 is helemaal) "Na deze les weet je wat een drempelwaarde is én hoe je deze moet toepassen."