Naamwoordelijk gezegde

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Grammatica

Naamwoordelijk gezegde

2 soorten werkwoorden

1 Doe-ww:      Ik fiets naar school
                            Ik poets mijn tanden
                            Ik maak mijn huiswerk

2 Eigenschap-ww:    Ik ben leraar.
                                           Messi is topvoetballer.

                                           Rutte blijft premier. 

r zit een koppelwerkwoord in de zin:

zijn, worden, blijven,

blijken, lijken, schijnen, heten,

(dunken, voorkomen)

Zo vind je het ng

Het is een eigenschap van het onderwerp (eigenschap-ww)

Er zit een koppelwerkwoord in de zin:

zijn, worden, blijven,

blijken, lijken, schijnen, heten,

(dunken, voorkomen)

Messi is de beste voetballer.

Het is een eigenschap van het onderwerp:

Messi = de beste voetballer

Er zit een koppelwerkwoord in de zin:

zijn , worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten

Messi blijkt de beste voetballer te zijn.

Het is een eigenschap van het onderwerp:

Er zit een koppelwerkwoord in de zin:

zijn , worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten,

andere werkwoorden: te zijn = wg

Mijn vader wordt politieagent.
Is politieagent een eigenschap van vader en is worden een kww?

1. ja
2. nee

Mijn vader wordt politieagent
(pv) + [ng]

1. (wordt) [politieagent]
2. (wordt) [mijn vader]

Het eten blijkt lekker.
schrijf op: (pv) + [ng]

1. (blijkt) [het eten]
2. (blijkt) [lekker]

Een 5,5 blijkt een onvoldoende te zijn.
(pv) + [ng] + {wg}

1. (blijkt) [een onvoldoende te zijn]
2. (blijkt) [een onvoldoende] {te zijn}

Voor haar leeftijd blijft Daniëlle klein.
blijft =

1. ng
2. pv
3. wg
4. ow

Voor haar leeftijd blijft Daniëlle klein.
Daniëlle =

1. ng
2. pv
3. wg
4. ow

Voor haar leeftijd blijft Daniëlle klein.
klein =

1. ng
2. pv
3. wg
4. ow

Voor haar leeftijd blijft Daniëlle klein.
Voor haar leeftijd =

1. ng
2. bwb
3. lv
4. mv

Na die nederlaag leken de volleybalsters ontroostbaar.
leken =

1. ng
2. pv
3. wg
4. ow

Na die nederlaag leken de volleybalsters ontroostbaar.
de volleybalsters =

1. ng
2. pv
3. wg
4. ow

Na die nederlaag leken de volleybalsters ontroostbaar.
ontroostbaar =

1. ng
2. lv
3. wg
4. ow

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
Zij =

1. pv
2. ow
3. wg
4. ng

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
is =

1. pv
2. ow
3. wg
4. ng

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
geweest =

1. pv
2. ow
3. wg
4. ng

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
een uitstekende schaatster =

1. lv
2. ow
3. wg
4. ng

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
vroeger =

1. lv
2. mw
3. bwb
4. ng

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
pv =

1. hij
2. is
3. geworden
4. uiteindelijk

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
ow =

1. hij
2. is
3. geworden
4. uiteindelijk

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
wg =

1. hij
2. uiteindelijk
3. geworden
4. volwassen

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
ng =

1. hij
2. is
3. geworden
4. uiteindelijk

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
bwb =

1. hij
2. is
3. geworden
4. uiteindelijk