Les 3

Les 3 Hersenen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProjectBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 3 Hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

  • Persoonlijk leerdoel
  • Kennis: leren, neuronen en soorten geheugen
  • Projectstap 8

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les

  • Kennis: onderdelen
  • Projectstap 7 

We gaan kijken wat je nog weet van de vorige les en of je het huiswerk goed geleerd hebt...

Slide 3 - Tekstslide

Uit hoeveel onderdelen bestaan hersenen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quizvraag

Welke kleur hebben de kleine hersenen?
A
rood
B
oranje
C
groen
D
roze

Slide 5 - Quizvraag

Hoe wordt een zenuwcel ook wel genoemd?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een andere naam voor de kleine hersenen?
A
cortex
B
cerebellum
C
cerebrum
D
cellebrum

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor de grote hersenen?
A
cortex
B
cerebellum
C
cerebrum
D
cellebrum

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de cortex?

Slide 9 - Open vraag

Hoe wordt de korte uitloper van een zenuwcel genoemd?

Slide 10 - Open vraag

Hoe wordt de lange uitloper van een zenuwcel genoemd?

Slide 11 - Open vraag

Wat is een andere naam voor hersenvocht?

Slide 12 - Open vraag

Geef eerlijk antwoord: Heb je goed geleerd?
Ja!
Nee

Slide 13 - Poll

Mix en ruil
Persoonlijk leerdoel

Slide 14 - Tekstslide

Hoe verloopt de planning?

Slide 15 - Tekstslide

                             Kennis

Slide 16 - Tekstslide

Leren en neuronen
Wat doen je hersenen als je leert?
Leren heeft te maken met zenuwcellen.
Deze zijn zo klein dat je ze alleen met een microscoop kunt zien.

Zenuwcellen (neuronen) geven elektrische seintjes door:

Slide 17 - Tekstslide

Hoe leer je?
Wat gebeurt er in je hersenen?
We lezen de tekst 'Neuroplasticiteit'. (Leuk galgje-woord!)

Slide 18 - Tekstslide

We kijken heel kort naar de volgende slide...

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat zag je?

Slide 21 - Tekstslide

Je hersenen geven betekenis aan het patroon
Waarschijnlijk zag je in eerste instantie alleen een zwart-wit vlekkenpatroon. Als je nog eens goed naar het midden kijkt, dan zie je een dalmatiër.
Als je nu weer probeert er alleen een zwart-wit vlekkenpatroon te zien lukt dat niet meer, want je hersenen hebben geleerd een betekenis aan het patroon te geven. Zelfs als je jaren later het plaatje weer ziet, kun je niet meer om de hond heen. Je hersenen hebben het patroon vastgelegd, je blijft de hond zien.

Slide 22 - Tekstslide

Het geheugen ligt niet op één plek in de hersenen.
Er zijn verschillende hersengebieden betrokken, bijvoorbeeld de hippocampus.
De hippocampus slaat nieuwe herinneringen op die betrekking hebben op bepaalde gebeurtenissen.
Het is de opslagplaats voor het lange termijn geheugen.

Slide 23 - Tekstslide

Meerdere soorten geheugen.
Zintuiglijk geheugen:
• onthoudt informatie die je via je zintuigen krijgt
• onthoudt het maar een paar seconden
Kortetermijngeheugen:
• onthoudt informatie heel kort
• voorbeeld: een boodschappenlijstje
Langetermijngeheugen:
• onthoudt informatie langer, soms je leven lang!
• voorbeeld: wat je gisteren gegeten hebt, de naam van je school

Slide 24 - Tekstslide

Hoe werkt je geheugen???

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Hoe kun je het beste leren?
Hoe leer je informatie?
Herhalen – Uitleggen – Plaatjes gebruiken – Terughalen (HUPT)

In de vorige les leerde je manier 1: herhalen.

Slide 27 - Tekstslide

Goed leren manier 2
In deze les leer je manier 2: uitleggen.

Uitleggen (aan jezelf of aan iemand anders):
• Schrijf/vertel in je eigen woorden wat je geleerd hebt.
• Maak een samenvatting of 
bedenk oefenvragen voor jezelf.

Filmpjes zie briljant.

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Lees de tekst over hersenen.
En maak oefenvragen óf een samenvatting. Je krijgt hier een werkblad voor.

Neem dit volgende week mee!

Slide 29 - Tekstslide

Thaumatroop
Informatie komt binnen via je zintuigen.

Bij een thaumatroop komen twee plaatjes zó snel binnen, dat je hersenen er één plaatje van maken.

Een draaiend wonder dus!
(thauma= wonder, troop=draai --> Oud Grieks)

Slide 30 - Tekstslide

Zelf maken
Maak een thaumatroop (gebruik het werkblad): een vogel in een kooi, een boef in de gevangenis en/of ontwerp er zelf één.

Slide 31 - Tekstslide

Schoolopdracht


  •  Geef in je eigen woorden antwoord op je leervragen.
  •  Houd rekening met wat het 'publiek' al (of juist nog niet) weet over het onderwerp.
  •  Zorg dat de presentatie er verzorgd uitziet.

Slide 32 - Tekstslide

Planning
  • Heb je af wat je de afgelopen week af wilde hebben?
  • Wil je nog iets voor de volgende les doen?
  • Vul indien nodig de planning aan (stap 6).

Slide 33 - Tekstslide

Afsluiting

  • Heb je deze les een fout(je) gemaakt waar je iets van hebt geleerd?
  • Heb je je deze les goed kunnen concentreren op je werk? Vertel hier iets over.
  • Waar ben je het meest trots op wat je deze les hebt gedaan?

Slide 34 - Tekstslide