5.1 Woonplaats en werkplaats

Steden en staten
5.1 Woonplaats en werkplaats
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Steden en staten
5.1 Woonplaats en werkplaats

Slide 1 - Tekstslide

De vorige lessen
- Hebben we gekeken hoe Europa en Nederland christelijk werden (600-1000)
- Hebben we gezien hoe de Islam zich verspreidde in het Midden-Oosten (600-1000) 

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
  • Je kan de oorzaken uitleggen van het feit dat rond 1000 n.C. mensen opnieuw in steden gaan wonen.

  • Je kan verklaren waarom rond 1000 n.C opnieuw geldhandel ontstond.

Slide 3 - Tekstslide

In de tijd van Grieken en Romeinen was er een...
A
samenleving van jagen en verzamelen
B
landbouwsamenleving
C
landbouw stedelijke samenleving

Slide 4 - Quizvraag

In de tijd van Monniken en Ridders was er een...
A
samenleving van jagen en verzamelen
B
landbouwsamenleving
C
landbouw stedelijke samenleving

Slide 5 - Quizvraag

Nieuw tijdvak
Tijd van steden en staten
 1000 - 1500

Slide 6 - Tekstslide

Platteland en stad
Voor 1000 n.C.
Voor de tijd van steden en staten:

- landbouwsamenleving
- grootste deel van de bevolking 
was (horige) boer.

Slide 7 - Tekstslide

platteland en stad:
vanaf ongeveer het jaar 1000 veranderen er dingen:
  • Boeren gaan moerasgebieden droogleggen door sloten te graven. Ook kapten ze bossen. Zo kwam er meer ruimte voor akkers.
  • Boeren gingen een andere ploeg gebruiken.
gevolg: Grotere oogst, meer voedsel, mensen leven langer, bevolking groeit.

Slide 8 - Tekstslide

platteland en stad:
Boeren gaan hun landbouwoverschot verkopen, dit doen ze op markten. 

  • knooppunten van land- en waterwegen.
  • bij een kasteel of een klooster

Hierdoor groeit de handel.

Slide 9 - Tekstslide

platteland en stad:

De groeiende landbouwproductie had ook uitbreiding van de nijverheid tot gevolg. Door de groei van de bevolking kon een deel van de boeren ander werk gaan doen, bijv. een ambacht uitoefenen.

Slide 10 - Tekstslide

handelaren en ambachtslieden gingen steeds vaker bij een markt wonen, zo groeiden marktplaatsen vaak uit tot steden.

Dit noemen we verstedelijking

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De geldeconomie:
vraag: wat iemand wil kopen.
aanbod: wat iemand wil verkopen.

Door de opkomst van de handel gingen mensen weer geld gebruiken. Elke stad, koning of hertog kon zijn eigen munten slaan. Hierdoor waren er geldwisselaars waar je munten kon ruilen. Ook ontstonden er in deze tijd banken.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Aan de slag: 
Maak de opdrachten in Classroom (weektaak)

Slide 18 - Tekstslide