Je leert welke relaties er zijn tussen organismen in hun leefomgevingMimicry, camouflage, habitat, niche, schuil- en nestplaatsen, voedselconcurrenten, voedselrelatie, predator-prooirelatie, prooidierpopulatie, predatorpopulatie, dynamisch evenwicht, verstoring
(7.3: symbiose, mutualisme, parasitisme, commensalisme, epifytisme)