4H - 202

Welkom!
Pak je spullen:
Dit lesuur:
  • 6 en 7 bespreken

  • Start 2.2
    - Korte uitleg
    - Werken aan opdrachten
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je spullen:
Dit lesuur:
  • 6 en 7 bespreken

  • Start 2.2
    - Korte uitleg
    - Werken aan opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Aan het werk
Maak 
211, 212 en 213


Maak een begrippen- en formulelijst

timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Geladen deeltjes kunnen elkaar..
aantrekken              of                    afstoten

Slide 3 - Tekstslide

Wat is elektriciteit?
Bewegende elektronen noemen we elektrische stroom.

Stroom kan alleen ontstaan in een gesloten stroomkring.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is elektriciteit?

Elektronen gaan van de minpool naar de pluspool

De stroom loopt van de pluspool maar de minpool

Slide 5 - Tekstslide

Componenten
Tabel 17B

Slide 6 - Tekstslide

Geleiders
Isolators
Kunnen stroom goed geleiden door de vrije elektronen.

Voorbeeld: metalen, koolstof, zoutoplossingen. 

Kunnen stroom niet of bijna niet geleiden.

Voorbeeld: rubber, kunststof, glas, hout. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is "stroomsterkte"?

Slide 8 - Tekstslide

Stroomsterkte
De hoeveelheid lading ergens per seconde doorheen loopt noemen we de stroomsterkte. 


Q = de hoeveelheid lading in Coulomb (C)
t = de tijd in seconde (s)
I = de stroomsterkte in ampère (A)
I=tQ
Binas 35D

Slide 9 - Tekstslide

Ladingsquantum
De kleinst mogelijke lading die bestaat noemen we het elementair ladingsquantum, e.
Lading van een proton = e
Lading van een elektron = -e

De waarde van e is                            C  (Coulomb). 
1,61019

Slide 10 - Tekstslide



Door een draad stroomt in 30 seconden een lading van 20 Coulomb. 

Wat is de stroomsterkte in deze draad?
Gegeven:
     t = 30 s               
     Q = 20 C
Gevraagd:
     Stroomsterkte, I
Formule:
      I=Q/t
Berekening:
     I=Q/t
     I= 20/30=0,666667
Antwoord"
     I = 0,67 A 
Voorbeeld 

Slide 11 - Tekstslide



Door een draad stroomt in 30 seconden een lading van 20 Coulomb. 

Hoeveel elektronen stromen er in 30 seconden door de draad?
Gegeven/gevraagd



Berekening



Antwoord
                                  elektronen
Voorbeeld 
aantal elektronen
1
?
lading (C)
1,61019
20
1,6101920=1,251020
1,31020

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
Maak 
221


Maak 
222

timer
1:00
Straks bespreken we 221

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide