Ontwikkelingspsycholgie
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
In welke fase krijgen de meeste kinderen hun vriendjes
A
Peuter
B
Jong schoolkind
C
Kleuter
D
Oud schoolkind
Slide 2 - Quizvraag
Een kleuter is een stuk egocentrisch dan een peuter
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Wie beschikt er over het algemeen coordinatie en evenwicht
A
Jongens
B
Meisjes
Slide 4 - Quizvraag
Op welke leeftijd is het aantal hersencellen toegenomen
Slide 5 - Open vraag
Sommige kinderen ontwikkelen als kleuter een handvoorkeur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Door technologie is de motorische achterstand van een kleuter veel groter dan voorheen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Wat houd zelfbeeld in
Slide 8 - Open vraag
Intrinsieke motivatie houd in dat alles van buitenuit komt en iemand motiveert tot een bepaald gedrag
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
wat houd fantasiedenken in
Slide 10 - Open vraag
Wat moet je doen als een kleuter niet mee wilt doen met een activiteit?
A
De kleuter dwingen om mee te doen
B
De kleuter zijn gang laten gaan
C
De kleuter niet dwingen maar hem wel stimuleren om mee te doen
D
De kleuter een andere activiteit laten doen
Slide 11 - Quizvraag
Wat moet je bij samenspel benadrukken?
A
Plezier en gezelligheid
B
Winnen en verliezen
C
Plezier en winnen
Slide 12 - Quizvraag
Komt verveling bij een kleuter voor?
A
Heel erg
B
Beetje
C
Nauwelijks
Slide 13 - Quizvraag
Kleuters kunnen overweg met veel spelregels
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Hoe ga je om met een verdrietige kleuter die iets gebouwd heeft en het moet opruimen?
A
Je zegt dat die niet zo verdrietig moet zijn en het op moet ruimen
B
Je laat de kleuter het alleen oplossen
C
Je negeert de kleuter en gaat verder naar een andere activiteit
D
Je maakt een foto of video van het eindresultaat zo kunnen de ouders zien wat hun kind gemaakt heeft
