Spelling: getallen

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
10:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
  • ... weet je hoe je getallen op de juiste manier schrijft.

Slide 2 - Tekstslide

  • voor hele getallen van één tot en met twintig: zeven, negentien;
  • voor de tientallen tot honderd: twintig, dertigste
  • voor de honderdtallen tot duizend: tweehonderd, achthonderdste;
  • voor de duizendtallen tot twaalfduizend: zesduizend, negenduizendste;
  • vóór de getallen miljoen, miljard, biljoen enzovoort: vier miljoen (met spatie), drie miljardste (los!).
Getallen in letters

Slide 3 - Tekstslide

  • voor getallen boven de twintig, behalve de tientallen en honderdtallen: 86 miljoen, de 21e (of 21ste) aflevering, 55 genodigden;
  • voor maten, gewichten, bedragen, telefoonnummers, data, adressen, percentages, rekeningnummers, exacte tijdstippen: 70 meter, 33 °C, 6 kilo, € 9,25, 18 februari 1963, Dalemstraat 42, 8 procent, om 15.00 uur (drie uur geeft een tijdsduur aan: De sollicitanten krijgen drie uur de tijd voor de slotopdracht).
Getallen in cijfers

Slide 4 - Tekstslide

  • Je schrijft breuken met een spatie (twee derde: ⅔, vijf zeven achtste: 5⅞, behalve in een samenstelling: vierkwartsmaat, tweederdemeerderheid.
  • Cijfers hebben de voorkeur als er anders een rare mix van cijfers én letters zou ontstaan bij getallen die hetzelfde geval betreffen:
     – Van de 28 deelnemers gingen er 3 naar de finale.
  • Voor grote ronde getallen in een tekst combineer je cijfers en letters: 58 duizend inwoners, 240 miljard euro, 11 duizend kilometer.
Let op!

Slide 5 - Tekstslide


Wat is de juiste spelling van getallen in de zin. 
Hij is al ______ jaar getrouwd! 
A
20
B
twintig

Slide 6 - Quizvraag


Wat is de juiste spelling van getallen in de zin. 
Ik kreeg een bon van ______ euro.
A
10
B
tien

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Nu zijn ze maar 1 euro 50.
B
Nu zijn ze maar een euro vijftig.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Gelukkig lagen er nog wel meer dan 50 zakken!
B
Gelukkig lagen er nog wel meer dan vijftig zakken!

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Bij 2 winkels zijn de chocopinda’s in de aanbieding.
B
Bij twee winkels zijn de chocopinda’s in de aanbieding.

Slide 10 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Maak Cursus 7 (Spelling), par. 3, opdr. 1 t/m 4.

Ben je klaar?
1. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Verder lezen in je boek.
3. Vakantieplannen maken :-)

Slide 11 - Tekstslide