1. Welke bijvoeglijk naamwoorden voor eigenschappen van dieren zie je op blz. 38?
2. Als je een dier wil beschrijven, heb je deze bijvoeglijk naamwoorden nodig, maar je hebt ook een werkwoord nodig. Welke werkwoord is dat? Hoe vervoeg je 'm?
Slide 12 - Tekstslide
¡Qué monos! (LT p 38)
Ejercicio 3
1. Kies een dier.
2. Hoe is dat dier? Schrijf drie zinnen op. Gebruik drie verschillende bijvoeglijk naamwoorden.
timer
6:00
Slide 13 - Tekstslide
¡Qué monos! (LT p 38)
El juego de representar adjetivos.
1. Zoek de betekenissen van de woorden op in je woordenlijst. Bedenk hoe je ze gaat uitbeelden.
2. Uitbeeldspel in 2 teams. Wie de meest bijvoeglijk
naamwoorden raadt, wint!
timer
3:00
Slide 14 - Tekstslide
Deberes Huiswerk
- maken en nakijken: LE p. 41/42 ejs 6,7,9
- leren: Woordenlijst Blokje "Los rasgos (de los animales)