1. Welke bijvoeglijk naamwoorden voor eigenschappen van dieren zie je op blz. 38?
2. Als je een dier wil beschrijven, heb je deze bijvoeglijk naamwoorden nodig, maar je hebt ook een werkwoord nodig. Welke werkwoord is dat? Hoe vervoeg je 'm?
Slide 8 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoorden ombuigen
Met een bijvoeglijk naamwoord kun je mensen, dieren en dingen beschrijven.
Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een -o, hebben altijd 4 vormen: mono, mona, monos, monas (schattig)
Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een -e, hebben er maar 2: inteligente, inteligentes (slim)
Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een medeklinker, hebben ook maar 2 vormen: fiel, fieles (trouw)
Slide 9 - Tekstslide
¡Qué monos! (LT p 38)
Ejercicio 3
1. Kies een dier. Bijvoorbeeld je huisdier (mascota).
2. Hoe is dat dier? Schrijf drie zinnen op. Gebruik drie verschillende bijvoeglijk naamwoorden. Let op ev/mv!
timer
6:00
Slide 10 - Tekstslide
¡Qué monos! (LT p 38)
El juego de representar adjetivos
1. Zoek de betekenissen van de woorden op. Bedenk hoe je ze gaat uitbeelden.
2. Uitbeeldspel in 2 teams. Wie de meest bijvoeglijk