Inkopen RUWE VERSIE RUUD (INKOOP, OFFERTE, QUIZ

Inkopen
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Inkopen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Opdracht van vorig schooljaar
De voorraad van ons dierlokaal

Slide 3 - Tekstslide

Wat was jullie conclusie en voorstel voor het bijhouden van de voorraad van het dierlokaal?

Slide 4 - Woordweb

Wat moet er nog gedaan worden Om het voorstel ook in te voeren??

Slide 5 - Woordweb

Willen jullie het voorraadbeheer echt uit gaan voeren?
0100

Slide 6 - Poll

Even herhalen
Wat is:
  • Een grossier
  • Inkooporganisatie
  • Het verschil tussen de economische voorraad en technische  voorraad
  • Een Seizoensvoorraad
  • Een strategische voorraad

Slide 7 - Tekstslide

Uit de praktijk
Lees de tekst op pagina 53 uit het boek inkopen.

Van welke inkoopsituatie is dit een voorbeeld?
In welke fase bevindt het inkoopproces zich?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is volgens jou het verschil tussen inkopen en bestellen?

Slide 9 - Open vraag

Waarop let jij als je een artikel koopt?

Slide 10 - Woordweb

Ik ben best wel prijsbewust
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Slide 12 - Video

Welke factoren beïnvloeden de inkoop

  1. Verschil in leveranciers
  2. Hoeveelheid
  3. Duurzaam en niet duurzaam
  4. Prijsstabiliteit

Slide 13 - Tekstslide

Inkoopbeleid
In het ondernemingsbeleid, bepaald het bedrijf welke doelen er zijn. Wat willen ze bereiken?
In het ondernemingsbeleid, wordt ook het inkoopbeleid bepaald. 
Wat wil je door de inkoop bereiken?, Dat is de inkoopstrategie
Hierdoor ontstaat het inkoopbeleidsplan

Slide 14 - Tekstslide

Inkoopactieplan
Plannen en activiteiten
Voornemens tov leveranciers
kosten, kwaliteit
interne en externe relaties
Inkoopplanning

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Inkoopbudget
Gaat over een bepaalde periode:
Per jaar
Per periode
Per afdeling

Slide 17 - Tekstslide

Inkoopproces

Slide 18 - Tekstslide

Welke stappen zet je in het inkoopproces (denk je)

Slide 19 - Open vraag

3 fases
Technische fase
Commerciële fase
Administratieve fase

Slide 20 - Tekstslide

Technische fase
  1. Probleem herkennen (behoefte van het bedrijf)
  2. Behoefte bepalen (van de klant, welke eisen, hoeveelheid)
  3. Leveranciers selecteren (zijn er daarvan veel of maar enkele, kunnen ze tijdig en betrouwbaar leveren)
  4. Offertes aanvragen 
  5. Offertes evalueren

Slide 21 - Tekstslide

opdracht
Het stagebedrijf vraagt jou om op zoek te gaan naar een goed en niet te duur koffiezetapparaat.

Ga via internet op zoek 
Maak hiervoor een voorstel.
Hou rekening met betrouwbaarheid, prijs (per kopje), bedieningsgemak, garantie etc. etc.

Slide 22 - Tekstslide

Commerciële fase
  1. Met leveranciers onderhandelen
  2. Definitieve keuze maken
  3. Koopcontract opstellen

Slide 23 - Tekstslide

Wat staat er in een koopcontract?

Slide 24 - Woordweb

Administratieve fase
Orderbewaking (is deze al binnen, compleet, klopt de inkoopfactuur....)
Evaluatie

Dit in overleg met alle betrokken afdelingen

Slide 25 - Tekstslide

Quizzzzzz

Slide 26 - Tekstslide

het brutoloon is
A
gelijk aan het nettoloon
B
meer dan het nettoloon
C
minder dan het nettoloon
D
altijd te laag

Slide 27 - Quizvraag

De omzet is
A
hoger dan de winst
B
gelijk aan de winst
C
lager dan de winst
D
alle inkomsten van het bedrijf

Slide 28 - Quizvraag

De bruto winst =
A
omzet - variabele kosten
B
variabele kosten - vaste kosten
C
omzet - alle kosten
D
geen idee

Slide 29 - Quizvraag

de nettowinst is
A
omzet - vaste kosten
B
vaste ksote gedeeld door de variabele kosten
C
de bruto winst - vaste kosten
D
geen idee

Slide 30 - Quizvraag

Afschrijvingskosten zijn:
A
echte kosten
B
jaarlijkse uitgaven
C
geen echte kosten
D
een boekhoudtrucje

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de omloopsnelheid
A
De tijd die een medewerker gebruikt om het werk af te krijgen
B
De tijd totdat een middel is afgeschreven
C
De tijd tussen investering en het terugverdienen hiervan
D
uuuuuuuhh

Slide 32 - Quizvraag

De economische levensduur is niet afhankelijk van
A
het gebruik van het middel
B
restwaarde
C
afschrijvingsmethode
D
belastingdienst

Slide 33 - Quizvraag

Afschrijving kan op basis van
A
de aanschafwaarde
B
de verkoopwaarde
C
de boekwaarde
D
de restwaarde

Slide 34 - Quizvraag

Duurzame bedrijfsmiddelen zijn
A
Middelen die energie besparen
B
Middelen die ervoor zorgen dat we onze aarde minder belasten
C
Middelen die een bedrijf gedurende lange tijd gebruikt
D
Middelen die het bedrijf geld besparen

Slide 35 - Quizvraag

offertes

Slide 36 - Tekstslide

Wat staat er allemaal in een offerte?

Slide 37 - Woordweb

Waar kijk je allemaal naar, als je een offerte gaat vergelijken?

Slide 38 - Open vraag

1

Slide 39 - Video

Welke 5 tips zijn besproken?

Slide 40 - Open vraag

Een offerte
Is een verkoopinstrument
Geeft een kans voor een goede indruk
Bevat een duidelijke prijsopgave
Zet de klant aan tot actie

Slide 41 - Tekstslide

Vaste en vrijblijvende offerte
Een vaste offerte bindt de verkoper aan een bepaalde termijn waarbinnen hij moet leveren volgens de voorwaarden die in de offerte staan vermeld.​

Een vrijblijvende offerte bevat geen bindende voorwaarden; als de klant meteen reageert, kunnen de voorwaarden nog veranderen.​

Slide 42 - Tekstslide

Vaste offerte
  • Geldigheidstermijn staat in de offerte
  • Voorstel tegen vaste prijs en voorwaarden
  • Leverancier verplicht tot leveren

Slide 43 - Tekstslide

Vrijblijvende offerte
  • Verkoper geen verplichting tot leveren
  • Geen geldigheidstermijn in de offerte
  • Prijzen en voorwaarden kunnen aangepast worden

Slide 44 - Tekstslide

Inhoud van een offerte
  • Je bedrijfsgegevens
  • De gegevens van de klant
  • De datum/ offertenummer
  • Een samenvatting van de werkzaamheden / foto's
  • Jouw uurloon of totaalprijs
  • De geldigheidsduur van de offerte
  • Een verwijzing naar jouw algemene voorwaarden

Slide 45 - Tekstslide

Nazorg
  • Bellen of de offerte aangekomen is
  • Vragen of de offerte na tevredenheid is
  • Vragen of de klant tot aankoop over gaat

  • Wat nog meer?

Slide 46 - Tekstslide

Opdracht
Maak een offerte voor een grote particuliere klant:

Deze wil graag iedere maand 100 kg hondenvoer ontvangen
Dit kost €5,-- per kg
Hij wil graag weten, wat hij per maand moet betalen, of er nog verdere kosten zijn, of hij korting krijgt, welke soort voer dan het beste is.        maak de offerte aan de hand van de criteria van 3.3

Slide 47 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
Maak opdracht 1 t/m 4 uit het boek

Slide 48 - Tekstslide

Vendor Rating
Vendor Rating
Om leveranciers beter te kunnen controleren op de afspraken die in een contract zijn gemaakt, maken inkoopafdelingen gebruik van vendor rating. Vendor rating is het proces waarin organisaties hun leveranciers beoordelen op hun prestaties zoals leverbetrouwbaarheid, prijsbetrouwbaarheid & communicatie

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide