BSR 21/1 1tb Spelling hoofdletters/leestekens

Open je boek alvast op blz 226-227.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

<- Maak de startopdracht.
§1 Hoofdletters
en leestekens
Voordat we beginnen:
WELKOM
Schrijf de zinnen over met hoofdletters en leestekensop de juiste plek. Leg ook uit waarom je een hoofdletter moet schrijven op die plek.
1 evi doet aardbeien kiwi's en rode besjes van de lidl in de smoothie
2 omdat het dertig graden werd hadden gerda en desi afgesproken in het zwembad
3 ik kocht een nieuw boek bij de haarlemse boekhandel

timer
5:00
SPELLING
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Open je boek alvast op blz 226-227.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

<- Maak de startopdracht.
§1 Hoofdletters
en leestekens
Voordat we beginnen:
WELKOM
Schrijf de zinnen over met hoofdletters en leestekensop de juiste plek. Leg ook uit waarom je een hoofdletter moet schrijven op die plek.
1 evi doet aardbeien kiwi's en rode besjes van de lidl in de smoothie
2 omdat het dertig graden werd hadden gerda en desi afgesproken in het zwembad
3 ik kocht een nieuw boek bij de haarlemse boekhandel

timer
5:00
SPELLING

Slide 1 - Tekstslide

  • Je kunt hoofdletters in zinnen en punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.
  • Je kunt hoofdletters bij namen op de juiste manier gebruiken.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

1. Starten met het laatste hoofdstuk van periode 1.
2. Een nieuwe werkwijze (digitaal).
3. Uitleg paragraaf 1.
4. Vooruitblik op de rest van het hoofdstuk.
5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Waarom gebruiken we eigenlijk hoofdletters?

Slide 5 - Woordweb

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Aantekeningen
bij spelling

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters
  • Waarom gebruiken we eigenlijk hoofdletters?
  • In welke situaties gebruiken we  hoofdletters?

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdletters
  • Aan het begin van elke zin:
    In het najaar kleuren bladeren de straat oranje en geel.
  • Bij namen van mensen, dieren of dingen. Emiel, Bijlsmastraat, Leeuwarden, Mercedes. 
  • Bij woorden die van namen zijn afgeleid
Je schrijft hoofdletters:

Slide 8 - Tekstslide

HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter. 
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Het maakt het lezen van een tekst makkelijker en je kunt het beter begrijpen. 

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdletter bij woorden die van namen zijn afgeleid
Bij woorden die van namen (van landen) zijn afgeleid  gebruik je een hoofdletter.
  • Amerikaanse president
  • Engelse drop
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
  • Fransman
  • Limburgs dialect

Slide 10 - Tekstslide

Binnen de school
  • Schrijf zo veel mogelijk woorden in je schrift die officieel met een hoofdletter beginnen.
  • De woorden moeten in deze school aanwezig zijn. 
  • Denk aan mensen, dieren en dingen (vakken, objecten, namen).
Hoofdletters
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Welk woord hoor je met een hoofdletter te schrijven?

helaas is de intertoys vorig jaar failliet gegaan.
A
helaas
B
intertoys
C
jaar
D
failliet

Slide 12 - Quizvraag

Plaats zo nodig hoofdletters, komma's en hoofdletters

het vliegveld van het spaanse eiland is afgesloten

Slide 13 - Open vraag

Hoofdletter
geen hoofdletter
paars
docent
griek
ijzeren
yamaha

Slide 14 - Sleepvraag

Leestekens
Leestekengebruik is belangrijk! Het zorgt ervoor dat je tekst soepel leest.

Slide 15 - Tekstslide

Leestekens
Een zin eindigt met een leesteken:

  • Punt (gewone zin): De deelnemers presenteren hun act.
  • Vraagteken (vraagzin): Zijn ze erg zenuwachtig?
  • Uitroepteken (uitroep): Doe je best!

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk
Wat?
Cursus 7 Spelling paragraaf 1.
Maak opdracht 1 t/m 6 in je
online boek.
Hoe?
Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp
De 4 B's.
Tijd
Timer.

Klaar?
Werk verder aan paragraaf 2
(laatste letter -d of -t?).
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

  • Je kunt hoofdletters in zinnen op de juiste manier gebruiken.
  • Je kunt hoofdletters bij namen op de juiste manier gebruiken.
Lesdoelen

Slide 18 - Tekstslide

Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
simon
B
zaterdag
C
winkel
D
rotterdam

Slide 19 - Quizvraag

''duitser raakt alles kwijt op festival, maar komt alsnog thuis.''

Welk woord krijgt een hoofdletter?


A
duitser
B
festival
C
alles
D
kwijt

Slide 20 - Quizvraag

Typ een zin waarin je minimaal drie hoofdletters (op de juiste manier) gebruikt.

Slide 21 - Open vraag