19e eeuw V6 (les 1)

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Negentiende eeuw
1800-1900


Neoclassicisme 1750-1900
Industriële revolutie
Parijse Salon
Fotografie 

Slide 2 - Tekstslide

Neoclassicisme
Klassieke stijl, die past bij de rationele benadering van de verlichting.
Jacques-louis David
De eed van de Horatii, 1784

Slide 3 - Tekstslide

Triomfbogen
Rationaliteit: wetenschap en logisch denken belangrijker dan traditie en geloof. Rijke burgers komen aan de macht, academie. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

W. Turner
Laatste reis van oorlogsschip met 98 kanonnen dat een grote rol had gespeeld in de Zeeslag bij Trafalgar in 1805. 

Het schip wordt gesleept door een stoomschip, waarmee Turner de teloorgang lijkt uit te drukken van de Britse zeemacht aan de moderne techniek. De symboliek van het schip dat wegvaart van de zonsondergang versterkt de uitdrukking van verlies. 
William Turner, The Fighting Temeraire, 1839

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit welk verband er is tussen de voorstelling van het schilderij en de industriële revolutie.
A
Het grote zeilschip wordt voortgetrokken door een stoomsleepboot.
B
Het zeilschip maakt een machteloze indruk. De oude techniek is machteloos naast de nieuwere techniek.
C
De zonsondergang staat symbool voor de teloorgang van het zeilschip
D
De kunstenaar probeert iets nieuws en maakt een bijna abstract werk.

Slide 8 - Quizvraag



Op welke manier heeft Turner
de dramatiek van het moment versterkt?
A
Door de spiegelgladde zee en de reflectie van de lucht.
B
Door de wazige achtergrond en de reflecties in het water.
C
Door de zon die de lucht en de zee rood kleurt en het licht-donkercontrast tussen de sleepboot en het zeilschip.
D
Door het rood van de lucht terug te laten komen in de boeg van het schip en de weerspiegeling.

Slide 9 - Quizvraag

De industriële revolutie

De industriële revolutie had grote gevolgen voor zowel de steden als het platteland. 

Welke gevolgen voor het platteland kan je bedenken? 

Woonomstandigheden in Londen ca 1870 Gravure van Gustave Doré

Slide 10 - Tekstslide

Als gevolg van de industriële revolutie veranderde ook de stad. In welke opzichten veranderde de stad?
A
Arbeiders woonde in krappe huizen in krottenwijken. De bourgeoisie vertrok uit het centrum naar de rand van de stad.
B
Door het vele geld kon er meer gebouwd worden en de infrastructuur veranderde.
C
Arbeiders konden nu ook mooie huizen betalen. Er werden brede wegen en lanen werden aangelegd.
D
Er was minder armoede. Er was veel geld voor musea, restaurants en dansgelegenheden.

Slide 11 - Quizvraag

De salon
In de achttiende en negentiende eeuw is de Salon in Parijs van grote betekenis voor de kunstwereld, voor zowel de kunstenaars als de kopers van kunst.

Slide 12 - Tekstslide

Waaraan ontleent de Salon haar belang voor kunstenaars?
A
Kunstenaars kunnen er socializen en er wellicht een vrouw vinden.
B
Kunstenaars gebruiken het vooral als middel om aan geld te komen
C
Kunstenaars kunnen hier hun visie op kunst tonen en daarmee een groot publiek bereiken.
D
Kunstenaars kunnen er bekendheid verwerven en schilderijen verkopen.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

De Geboorte 
van Venus

Één van de hoogtepunten van de Salon van 1863. 

Keizer Napoleon III kocht het schilderij voor zijn privécollectie.
Alexandre Cabanel, De Geboorte van Venus, 1863.

Slide 15 - Tekstslide

Noem twee eisen van de Salon waaraan dit schilderij voldoet.

Slide 16 - Tekstslide

- Gladde penseelvoering
- Juiste anatomische verhoudingen
- De figuren zijn duidelijk afgebakend
- Lieflijk, zoetig tafereel
- Klassieke kleding, onderwerpen en/of scène
- Toneelachtige voorstelling
- Precieze tekenachtige schilderwijze

  • Gladde penseelvoering
  • Juiste anatomische verhoudingen
  • De figuren zijn duidelijk afgebakend
  • Lieflijk, zoetig tafereel
  • Klassieke kleding, onderwerpen en/of scène
  • Toneelachtige voorstelling
  • Precieze tekenachtige schilderwijze

Slide 17 - Tekstslide

'Aanslag op de moraliteit’ of prima geaccepteerd

Slide 18 - Tekstslide



‘l’art pour l’art’

=
Kunst omwille van de kunst

Slide 19 - Tekstslide





Wat was de reden van de ommezwaai naar dit principe van L'art pour l'art?

Slide 20 - Tekstslide

Een nieuwe stroming die als reactie op de Salonkunst ontstond was het realisme.

Slide 21 - Tekstslide

Leg uit waarom het realisme een reactie was op de Salonkunst.
A
Het toont de wereld zoals de kunstenaars die graag zagen.
B
Het toont de wereld buiten de grote stad.
C
Het toont van de werkelijkheid van gewone mensen en niet die van de elite.
D
Het toont waar de elite geïnteresseerd in was, dus niet perse hun wereld.

Slide 22 - Quizvraag

Fotografie
Louis Daguerre Daguerreotypie
Uniek exemplaar

William Henry Fox Talbot Kalotypie
Het negatief dus meerdere afdrukken mogelijk

Terwijl de daguerreotypie na 1865 niet meer gemaakt werd, wist men de Kalotypie verder te ontwikkelen in de richting van de moderne fotografie.
Louis Daguerre, Boulevard du Temple Paris, 1838. 

Slide 23 - Tekstslide

Edgar Degas

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Fotografie kunst?


Fotografie en kunst hebben al sinds mensenheugenis een wat moeilijke relatie. Want wanneer is fotografie kunst? En is het überhaupt wel kunst?

Vandaag de dag zijn er veel kunstenaars die met fotografie werken. 
Zowel digitaal als analoog.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Hedendaags

Slide 28 - Tekstslide

Waarom zouden kunstcritici in de negentiende eeuw gedacht hebben dat fotografie geen kunst genoemd kon worden? Noem twee aspecten.
A
Voor schilderen moet je echt talent hebben en een foto is geen kunstig materiaal.
B
Fotografie is makkelijk. Fotografie is goedkoop.
C
Een foto is niet uniek en het proces niet arbeidsintensief.
D
Een schilderij is ambachtelijk. Een schilderij is duur.

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Negentiende eeuw
1800-1900


Neoclassicisme 1750-1900
Industriële revolutie
Parijse Salon
Fotografie 

Slide 31 - Tekstslide