Laat zien dat de vouwmethode klopt.
a. Noem AE=x. Hoe lang is dan AB?
b. Zoek paren gelijkvormige driehoeken
in de figuur. Welke zijn handig om te gebruiken?
c. Gebruik gelijkvormigheid om aan te tonen
dat DG = 1/3 * AD.
Let op: Je hebt twee paren gelijkvormige
driehoeken nodig.
Let op: We rekenen nu eigenlijk met de vergrotingsfactor.
Vind je dat verwarrend? Kies dan AB=20 en AD=30