In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
BBL GHZ
integratieve opdracht
Verzorgend redeneren
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Verzorgend redeneren (6 stappen)
Redeneerhulpen
(M)EWS & EMV
SBAR(R) & ABCDE methode
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn de 6 stappen van verzorgend redeneren?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Redeneerhulpen
Redeneerhulpen zijn bedoeld om op een professionele manier probleemsituaties te analyseren, te verduidelijken, te benoemen, in te delen of op te lossen. Ze helpen om de juiste vragen te stellen in alle fasen van het klinisch redeneren
Slide 6 - Tekstslide
Wat is geen redeneerhulp om gegevens te verzamelen?
A
RUMBA
B
Vier levensdomeinen
C
Omaha
D
Gezondheidspatronen van Gordon
Slide 7 - Quizvraag
Welke redeneerhulp gebruik je voor de overdracht?
A
MEWS
B
SBARR
C
PES
D
SMART
Slide 8 - Quizvraag
In welke fase pas je het redeneerhulp middel 'SOAP' toe?
A
Stap 1 : oriëntatie situatie
B
Stap 3: aanvullende observaties/onderzoek
C
Stap 4: verzorgend beleid vaststellen
D
Stap 5: verloop monitoren
Slide 9 - Quizvraag
Stap 1: Oriëntatie op de situatie
Je maakt een overzicht van de situatie van de zorgvrager. Je verzamelt informatie en beslist of je een arts moet informeren. Je geeft de informatie kort en bondig door. Redeneerhulpmiddelen die je hierbij kunt gebruiken
(M)EWS & EMV
SBAR(R)
ABCDE
Slide 10 - Tekstslide
Vitale waarden:
Wat zijn vitale waarden?
Waarom meten we de vitale waarden?
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de EWS?
A
Een meet instrument om pijn te meten
B
Een meetinstrument om het bewustzijn te meten
C
Een meetinstrument om verslechtering in de gezondheidstoestand van de zorgvrager te meten
D
Een meetinstrument om de vochtbalans te meten
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de EMV-score
A
Een scorelijst om verwardheid te meten
B
Een scorelijst om het bewustzijn te meten
C
Een scorelijst om depressie te meten
D
Een score lijst om de zelfredzaamheid te meten
Slide 13 - Quizvraag
EMV-score (Glasgow comaschaal)
De EMV-score is een meetinstrument om het bewustzijn van een persoon te controleren.
Aan de hand van 3 observatiepunten wordt een score lijst ingevuld.
Slide 14 - Tekstslide
Hoe hoger de score (maximaal 15) hoe hoger het bewustzijn.
Het laagst mogelijk aantal punten is 3, aangezien je per onderdeel minimaal 1 punt scoort. Bij deze score is de zorgvrager diep comateus.
Slide 15 - Tekstslide
EWS (Early Warning Score)
De EWS is een meetinstrument waarmee de gezondheidssituatie van de zorgvrager wordt gemonitord.
Het doel is om snelle en effectieve zorg te leveren wanneer een zorgvrager acuut ziek is.
De EWS beoordeelt verschillende aspecten van de toestand van de zorgvrager. Zoals bijvoorbeeld de hartslag, bloeddruk, temperatuur en bewustzijn.
Slide 16 - Tekstslide
Aan de hand van de gemeten vitale waarden en bewustzijn kom je tot een score.
Waarbij je actie afhangt van de score, zoals je kan zien op het zakkaartje hiernaast.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
SBARR en de ABCDE-methode
Slide 19 - Tekstslide
S:
B:
A:
R:
R:
SItuation
Back-ground
Assesment
Reccomm-endation
Repeat
Slide 20 - Sleepvraag
Voordelen SBAR(R)?
Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
Verzorgende wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Wordt de SBARR op de afdeling waar jij werkt gebruikt en wat vindt je ervan?
Slide 23 - Tekstslide
S =Situation (situatie)
Hoe is de situatie waarover je belt?
Wat is jouw relatie tot de patiënt?
Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.
Slide 24 - Tekstslide
B=Background (achtergrond)
De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.
Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.
Slide 25 - Tekstslide
A=Assesment (beoordeling)
Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?
Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'
Slide 26 - Tekstslide
R=Reccommendation (aanbeveling)
Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?
Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'
Slide 27 - Tekstslide
R= 'Repeat' (herhaal).
Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.
Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'
Slide 28 - Tekstslide
Door wie is de SBAR methode ontwikkeld?
A
UMCG Groningen
B
V&VN
C
De Amerikaanse marine
D
VMS
Slide 29 - Quizvraag
Bij welke situaties kan de SBAR(R)- methode worden toegepast?
A
Bij een overdracht
B
Tijdens MDO
C
Bij artsenvisite
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 30 - Quizvraag
De verzorgende vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een hersenbloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation
Slide 31 - Quizvraag
De verzorgende vertelt dat de patiënt bekend is met diabetes mellitus. Bij welke fase past dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation
Slide 32 - Quizvraag
ABCDE-methode
Methode van observeren
Soms wordt hiermee gerapporteerd
Treat first what kills first
Slide 33 - Tekstslide
ABCDE
Airway - Ademweg
Breathing - Ademhaling
Circulation - Circulatie
Disability - Neurologische toestand/bewustzijn
Exposure - Omgevingsfactoren (koude/warmte, breuken en kneuzingen etc)
Slide 34 - Tekstslide
Stap 2: punten van aandacht vaststellen
Je denkt na over wat er aan de hand kan zijn met de zorgvrager. Wat zijn belangrijke punten? En waar is actie nodig? Redeneerhulpmiddelen die je hierbij kunt gebruiken (zie leereenheid methodisch werken):
Functionele gezondheidspatronen van Gordon;
SAMPC-methode;
4 levensdomeinen.
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Stap 3: Aanvullende observaties
Je gaat aanvullende informatie verzamelen, Je doet dit met het doel om een beslissing te kunnen nemen over de acties die nodig zijn. Je kunt dit doen door een aanvullend gesprek, extra observaties, meten van vitale functies of observaties via een observatielijst. Enkele voorbeelden van observatielijsten (redeneerhulpmiddelen):
DOSS score
VAS score
SNAQ score
Slide 37 - Tekstslide
Stap 4: Verzorgend beleid vaststellen
Je bedenkt welke doelen je wilt bereiken en welke acties je wilt gebruiken om het doel te bereiken. Redeneerhulpmiddelen die je hierbij kunt gebruiken zijn (zie leereenheid methodisch werken):
de PES-structuur;
de SMART eisen.
Slide 38 - Tekstslide
Waarvoor staat de PES?
Slide 39 - Open vraag
Slide 40 - Tekstslide
Stap 5: Verloop verzorgend beleid vaststellen
Je maakt rapportages en evalueert hoe de uitvoering van het verzorgend beleid verloopt. Je geeft de informatie kort en bondig weer. Het redeneerhulpmiddel dat je hierbij kunt gebruiken (zie leereenheid methodisch werken):
de SOAP methode
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Stap 6: Evaluatie
Je reflecteert op de situatie. Je reflecteert op je beslissingen en hoe alles is gegaan en verlopen. Je gaat bepalen wat jij hebt geleerd van de situatie en je handelen. Je gaat ook reflecteren of de kwaliteit van zorg voldoende is geweest. Was de patiëntveiligheid optimaal? En indien niet dan ga je na waarom niet. Vragen die je ook kunt stellen: Is er volgens protocol gewerkt en is er volgens de wetgeving gehandeld? Redeneerhulpmiddel dat je hierbij kunt gebruiken: