In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Programm:
werkwoorden oefenen
muziekopdracht
Nieuws
Herzlichen Wilkommen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
1. je kunt de bijzondere werkwoorden vervoegen in de verleden tijd
Slide 2 - Tekstslide
2e week huiswerk niet op orde
OVERLEG MENTOR/DO 1E UUR TUNKEN TENZIJ
Sehen-Wortschatz-Hören-Grammatik- Lesen
Ismail -Joeri
Tessa Luca K
Nick Dylan
Haily Kenso
savannah Josue
Mikao
Slide 3 - Tekstslide
Donderdag controle Schreiben + Lesen H
Repetitie K3 op 1 april. Ook lees en luisterdeel.
Je moet woorden en grammatica kunnen toepassen.
vandaag opfrissen Grammatik
Slide 4 - Tekstslide
Modale Werkwoorden
Slide 5 - Tekstslide
welke Duitse modale werkwoorden ken je?
Slide 6 - Woordweb
MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
möchten
müssen
sollen
wollen
wissen
mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
graag (zouden) willen
moeten (noodzaak)
moeten (wil van een ander)
willen
weten
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Er ________ das Buch nicht finden.
A
könn
B
Könnt
C
kann
D
kannt
Slide 9 - Quizvraag
_________ du das Buch nicht finden?
A
könnt
B
könnst
C
kannt
D
kannst
Slide 10 - Quizvraag
Er________ gleich seine Hausaufgaben machen.
A
willt
B
wollt
C
will
D
woll
Slide 11 - Quizvraag
wat doe je als er geen ich, er of wir in de zin staat maar een zelfstandig naamwoord zoals: Mein Freund, die Polizistin of meine Freunde?? bij welke uitgang of uitgangen kijk je dan?
Slide 12 - Open vraag
Die Lehrerin sagt, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
sollt
B
müsst
Slide 13 - Quizvraag
Modalverben verleden tijd
Slide 14 - Tekstslide
je ziet zo een schema met werkwoorden in de verleden tijd.
Iedereen kan straks een antwoord geven op de vraag:
wat moet je weten over deze werkwoorden in de verleden tijd?
hoe leer je ze? regels?ezelsbrug?
Slide 15 - Tekstslide
Modale werkwoorden verleden tijd
(können)
ich
konn-te
du
konn- test
er/sie/es
konn-te
wir
konn- ten
ihr
konn - tet
sie/Sie
konn - ten
Slide 16 - Tekstslide
Modalverben im Präteritum
Slide 17 - Tekstslide
Wat valt op aan de uitgangen in de verleden tijd? Tips/ezelsbrug? Hoe leer je ze goed?
Slide 18 - Tekstslide
Er ________ das Buch nicht finden.
A
konn
B
Könn
C
konnte
D
könnte
Slide 19 - Quizvraag
Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
solltet
B
musstet
C
sollet
D
müsset
Slide 20 - Quizvraag
Hausaufgaben _______ gemacht werden!
A
müssten
B
müten
C
mussten
D
muten
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
heb je al een zanger(es) of band gevonden voor je opdracht of ben je nog op zoek en wil je nog wat ideetjes opdoen?
A
ik ben tevreden met mijn keuze
B
ik heb wel een idee maar ben niet 100% tevreden
C
ik heb nog niet echt een idee en wil nog wel wat ideeën opdoen
Slide 23 - Quizvraag
De leerlingen online gaan zelfstandig verder met
achterstand : A,B.C,D,E.G,H .Klaar? dan Muziekopdr.
De leerlingen in het lokaal doen nog een extra kijk/luister opdracht en werken daarna aan Duitse opdrachten:
A-B-C-D-E-G-G . Klaar? dan muziekopdr.
Slide 24 - Tekstslide
Nachrichten ZDF LOGO
we kijken naar het journaal
na ieder item een korte pauze om aantekeningen te maken:
wie? waar? wat?
Slide 25 - Tekstslide
muziekopdracht
ga verder met je muziekopdracht of met opdrachten die je nog af moet maken. A,B,C,D,E,G,H