Pitch en betogende voordracht V5 dec. 2022

De betogende voordracht
De 'elevator pitch'
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De betogende voordracht
De 'elevator pitch'

Slide 1 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij
spreekvaardigheid?

Slide 2 - Woordweb

De betogende voordracht
Doelen voor deze les:
1. Je leert wat een elevator pitch is;
2. Je ontdekt wat jouw manier van spreken is;
3. Je ontdekt waar jouw talent ligt en waar je nog aan moet werken;
4. Je leert elkaar opbouwende feedback te geven.
--> Wat is jouw persoonlijke leerdoel?

Slide 3 - Tekstslide

Wat wil jij van deze
les onthouden?

Slide 4 - Woordweb

Pitch
Bij een pitch of voordracht let je op:
  • de inhoud en structuur
  • de verbale en nonverbale communicatie
  • het taalgebruik


Slide 5 - Tekstslide

Feedback
  • Je luistert kritisch naar elkaar.
  • Je geeft elkaar gericht feedback.
  • Wees eerlijk en realistisch.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbereiding
- 15 minuten om de pitch voor te bereiden
- 90 seconden om jouw pitch te houden

- Wat wil je vertellen?
- Waarom wil je dit vertellen?
- Wat is jouw doel met jouw pitch?

Slide 7 - Tekstslide

pitch         voordracht
Maak de vertaalslag van 
de pitch naar de voordracht.

Denk even na...

Slide 8 - Tekstslide

Waar ga ik op letten
bij een betogende
voordracht?

Slide 9 - Woordweb

Betogende voordracht
Inleiding:          introductie + standpunt

Middenstuk:  argumenten

Slot:                   conclusie + uitsmijter

Slide 10 - Tekstslide

De betogende voordracht
Centraal in de betogende voordracht staat jouw standpunt.
De argumenten zijn bedoeld om jouw publiek te overtuigen.


Slide 11 - Tekstslide

Waarom is een standpunt geen ja/nee vraag?

Slide 12 - Open vraag

Waarom is de probleemstelling een vraag naar een advies?

Slide 13 - Open vraag

De betogende voordracht
Introduceer jouw standpunt met humor, een anekdote, een schokkende feitje of beschrijf een probleem/verschijnsel héél beeldend (wat past het beste bij jouw manier van spreken/jouw persoonlijkheid?).

Slide 14 - Tekstslide

De betogende voordracht
Overdrijf: in plaats van te spreken over dat het “slecht voor de economie” is, kan je ook spreken over hoe het “desastreus is voor de economie”.

Slide 15 - Tekstslide

De beschouwende voordracht
Geef de structuur van je voordracht weer in prikkelende, bondige labels.

Een goede manier om je structuur te laten beklijven is door signaalwoorden en structurerende zinnen te gebruiken. “Ten eerste ga ik uitleggen wat het probleem is. En ten tweede…” "Het probleem gaan we bij de wortels aanpakken"

Slide 16 - Tekstslide

Het middenstuk
Werk de gekozen argumentatiestructuur uit:

- Voor- en nadelen
- Probleem - oplossing
- Oorzaak - gevolg
- Overeenkomst - tegenstelling
Etc.

Slide 17 - Tekstslide

Het slot

Kom terug op jouw inleiding:
een anekdote, een schokkende feitje of beschrijf een probleem/verschijnsel héél beeldend (wat past het beste bij jouw manier van spreken/jouw persoonlijkheid?).

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je nog nodig om je betogende voordracht succesvol te laten zijn?

Slide 19 - Open vraag

Wat heb je van
deze les onthouden?

Slide 20 - Woordweb

Wat vond je
van deze les?

Slide 21 - Woordweb

Planning presentaties
Planning tot voorjaarsvakantie staat in Magister.
Na voorjaarsvakantie, zie studiewijzer in Magister.

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de overeenkomst tussen deze leerlingen?

Immanuel
Randa
Coen
Sjoerd
Sven

Maxim
Jasmijn
Keefe
Tony
Quinten de R.
Lushan
Geert

Zie Magister...

Slide 23 - Tekstslide

Tot slot nog even dit...

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Pitch aan elkaar houden.
  • Elkaar feedback geven m.b.v. formulier .
  • Welke leerpunten dit oplevert voor je betogende presentatie.
  • Wat je nog moet weten over de betogende presentatie.

Slide 26 - Tekstslide