2D - 4 september 2024

2D - 4 september 2024
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2D - 4 september 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassenregels
  • Rustig op je plek gaan zitten
  • Pen en map op je tafel
  • Als je een vraag hebt, steek je je hand op
  • We luisteren naar elkaar

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Gouden Eeuw 



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kan 2 kenmerken noemen van De Gouden Eeuw
  • Je kan uitleggen waarom de Gouden Eeuw zo heet
  • Je weet wat handelskapitalisme is
  • Je weet wat regenten zijn

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  • Herhaling van vorige les
  • Vragenlijst vorige les bespreken 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer was de Gouden Eeuw?
A
1400 tot 1500
B
1500 tot 1600
C
1600 tot 1700
D
1700 tot 1800

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
  • Vragen afmaken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handel Gouden Eeuw 
VOC
  • Specerijen 

WIC
  • Wapens, Slaven, Tabak 

Oostzeehandel (moedernegotie)
  • Graan en hout 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specerijen
  • Tijdens de Gouden Eeuw was er in Europa een grote vraag naar specerijen
  • Specerijen zijn gemaakt van tropische planten uit Azië en worden gebruikt om smaak en geur toe te voegen aan allerlei gerechten (kaneel, peper, nootmuskaat, saffraan etc.)
  • De handelaren uit Nederland hadden een monopolie op de specerijen uit Nederlands-Indië (Indonesië)

Slide 9 - Tekstslide

Waarom monopolie: Nederlanders mochten anderen wegjagen. Zo konden ze de specerijen zo duur mogelijk verkopen. Zij waren de enige die ze verkochten.
Stapelmarkt
Moedernegotie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is....
Handelskapitalisme?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handelskapitalisme
= Kapitalisme waarbij handelaren een leidende rol hebben

Kapitalisme = economisch systeem gebaseerd op winst


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handelscompagnieën
  • Winsten uit de moedernegotie werden geïnvesteerd in handelscompagnieën. 
  • Handelscompagnieën voeren naar Azië 
  • De eerste handelscompagnie leed verlies, maar er was wel bewezen dat Hollanders naar Azië konden varen.
  • Met deze kennis vertrokken steeds meer schepen vanuit de Republiek naar Azië.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordeel van...
.... een handelscompagnie?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handelscompagnieën
  • minder risico
  •  meer geld/macht
  • delen in winst en verlies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 1602 opgericht. 
  • Doel: handelsmonopolie op de specerijenhandel 


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De VOC had een handelsmonopolie in Azie
  • Handelsmonopolie

  1. alleenrecht om op Azie te varen (handelen) dus geen andere Nederlandse ondernemingen.
  2. Schepelingen mochten zelf ook niet handelen in specerijen
  3. VOC mocht verdragen sluiten, oorlog voeren en handelsposten stichten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De West-Indische Compagnie

Handelsmonopolie op 
West-Afrika en Amerika
- Kapersbrieven
Zilvervloot
Plantagekolonie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WIC en de driehoekshandel
  • Driehoekshandel
  • Kleding, ijzer, goud naar Afrika
  • Slaven naar Amerika
  • Rietsuiker, tabak en koffie naar de Republiek

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heette Nederland in de Gouden Eeuw?
A
Koninkrijk der Nederlanden
B
Prinsdom van Oranje
C
Benelux
D
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werd de Republiek bestuurd?
A
Heel ingewikkeld
B
door de koning van Spanje
C
door de koning van Nederland
D
door de Tweede Kamer

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bestuur van de republiek
  • Republiek der zeven verenigde Nederlanden
  • zeven staten (gewesten) met soevereiniteit, die met elkaar samenwerkten
  • Hoogste bestuur in elk gewest waren de Staten
  • In de staten zaten edelen en vertegenwoordigers van de stad
  • De bestuurders --> regenten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestuur van de Republiek

Staten van de gewesten --> Staten-Generaal

De raadspensionaris 
(foto: Johan van Oldenbarnevelt)
regenten: mannen uit rijke handelsfamilies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staten-Generaal

- Bepaalden het buitenlandse beleid.
- Bepaalden de verdediging van het land.
- In de Staten-Generaal zaten afgevaardigden van de gewestelijke Staten.
- Staten Generaal werd voorgezeten door de raadspensionaris

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben we nu iedereen gehad?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadhouder
De stadhouder was de legeraanvoerder Staatse leger en de voorzitter gewestelijke staten; hij benoemde ook stadsbestuurders.
Deze stadhouder heet prins Maurits van Oranje

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kan 2 kenmerken noemen van De Gouden Eeuw
  • Je kan uitleggen waarom de Gouden Eeuw zo heet
  • Je weet wat handelskapitalisme is
  • Je weet wat regenten zijn

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
  • Hoe ging de les?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies